Op 20 april 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de beëindiging van het gezag van de moeder over de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering betrokken waren. De moeder was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] door de moeder wordt uitgeoefend, maar dat er ernstige zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De minderjarige heeft in het verleden in verschillende ziekenhuizen verbleven en vertoont ernstige achterstanden in zijn ontwikkeling, waaronder ondervoeding en gedragsproblematiek. De Raad heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de aanvaardbare termijn voor [voornaam minderjarige] om in onduidelijkheid te verkeren over zijn perspectief is verstreken en dat het in zijn belang is om op te groeien in het huidige pleeggezin. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat er snel een gezagsdrager beschikbaar is voor belangrijke beslissingen over de minderjarige.