Op 7 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. Verzoekster, die kampt met psychische klachten en geen startkwalificatie heeft, heeft op 30 maart 2022 een verzoek ingediend om een vijftal schuldeisers te dwingen in te stemmen met haar aangeboden regeling. De schuldeisers, waaronder [schuldeiser 2] en [schuldeiser 3], hebben geweigerd in te stemmen met de regeling, waarbij verzoekster een percentage van haar schulden zou aflossen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de meerderheid van de schuldeisers, namelijk drieëntwintig van de vijfentwintig, wel akkoord ging met de regeling. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster, die haar schuldenproblematiek wil oplossen vanuit een stabiele situatie, zwaarder laten wegen dan die van de weigerende schuldeisers. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoekster kan bieden, gezien haar huidige situatie en de kosten die een wettelijke schuldsaneringsregeling met zich mee zou brengen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van verzoekster toegewezen en de weigerende schuldeisers veroordeeld in de kosten van de procedure. Tevens is het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de gedwongen schuldregeling in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.