In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 24 mei 2022, werd de ondertoezichtstelling van een minderjarige, aangeduid als [naam kind], verlengd met drie maanden. De zaak betreft de verlenging van de ondertoezichtstelling die oorspronkelijk was ingesteld bij beschikking van 30 november 2017. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) had verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, maar de kinderrechter oordeelde dat dit niet meer nodig was. De ouders van [naam kind] hebben de zorg voor hem en de omgang met de moeder is recentelijk hervat, wat heeft geleid tot een verbeterde situatie.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 mei 2022, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de ouders, de GI en [naam kind] zelf gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de thuissituatie bij de moeder grotendeels zijn weggenomen en dat de omgang tussen de moeder en [naam kind] weer op gang is gekomen. De kinderrechter concludeerde dat, hoewel de situatie verbeterd is, het nog te vroeg is om de ondertoezichtstelling volledig te beëindigen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 30 augustus 2022, met de mogelijkheid voor de ouders om bij de GI of andere hulpinstanties aan te kloppen voor ondersteuning.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.