ECLI:NL:RBROT:2022:6813

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2022
Zaaknummer
10/641390-05
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een jaar in verband met behandelimpasse en recidiverisico

Op 4 augustus 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die sinds 2006 onder deze maatregel valt na een veroordeling voor poging tot verkrachting. De rechtbank ontving op 16 juni 2022 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting werd behandeld. De terbeschikkinggestelde verblijft in de Forensisch Psychiatrische Instelling Inforsa te Amsterdam en heeft een geschiedenis van cannabisgebruik, wat zijn resocialisatie bemoeilijkt. De instelling adviseerde om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, omdat de terbeschikkinggestelde nog niet in staat is gebleken om zich aan de voorwaarden voor verlof te houden. De rechtbank oordeelde dat de terbeschikkinggestelde nog steeds lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens en dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel wordt verlengd. De rechtbank wees het verzoek van de raadsman om de behandeling aan te houden af, omdat er geen grond was om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken. De beslissing om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen is genomen om de motivatie van de terbeschikkinggestelde een positieve impuls te geven en om toezicht te houden op de behandelimpasse.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/641390-05
Datum uitspraak: 4 augustus 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde] (de terbeschikkinggestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde],
verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Instelling (FPK) Inforsa te Amsterdam (de
instelling),
raadsman mr. D.M. Penn, advocaat te Maastricht.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 19 juli 2006 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen. De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot verkrachting. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 3 augustus 2006.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 augustus 2021 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 16 juni 2022 van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen (artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van
Strafrecht). Bij die vordering zijn de daarbij op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek
van Strafvordering vereiste stukken gevoegd.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 4 augustus 2022 behandeld. De officier van justitie mr. R. Joesoef Djamil, de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en de deskundige [naam], als GZ-psycholoog werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Advies instelling

De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 25 mei 2022, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis
met paranoïde, narcistische en antisociale trekken, een ernstige stoornis in het gebruik van cannabis en psychotische kwetsbaarheid. Zonder tbs-maatregel en toezicht wordt het seksuele recidiverisico ingeschat als laag tot matig, maar wordt het risico op gewelddadig delictgedrag nu nog ingeschat als hoog. Het laatste geldt ook bij het vroegtijdig beëindigen van de huidige samenwerking, maatregel en toezicht voordat onderhavige behandeling (inclusief schematherapie of een andere benadering) en resocialisatietraject zorgvuldig zijn afgerond.
Eind 2021 heeft de terbeschikkinggestelde een begeleid verlofmachtiging gekregen om zijn resocialisatietraject vorm te kunnen geven, maar hij heeft nog geen gebruik kunnen maken van (on)begeleide verloven, omdat hij hardnekkig blijft terugvallen in cannabisgebruik. De terbeschikkinggestelde scoort op een enkele uitzondering na positief op urinecontroles, of weigert hieraan mee te werken. Het behandeldoel is toewerken naar uitbreiding van vrijheden en door te stromen naar een HAT-woning (een inpandig appartement in de instelling met een open uitgang naar buiten) en daarna uitstromen via plaatsing in een woonvoorziening van de RIBW. Het tijdspad is afhankelijk van de motivatie van de terbeschikkinggestelde en zijn vermogen om abstinent te blijven van cannabis. De inschatting is dat het toewerken naar transmuraal verlof langer dan een jaar in beslag zal nemen, maar om de terbeschikkinggestelde perspectief te blijven bieden, adviseert de instelling één jaar verlenging van de terbeschikkingstelling.
De deskundige heeft het advies op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat de terbeschikkinggestelde zich in de instelling meerdere keren schuldig heeft gemaakt aan (seksueel) grensoverschrijdend gedrag waarbij in één geval sprake is geweest van vergaande ernstige uitspraken die lijken op het indexdelict. Naar het oordeel van de instelling is dergelijk gedrag (mede) te wijten aan het cannabisgebruik van de terbeschikkinggestelde. Inmiddels is een psychologisch onderzoek aangevraagd om te onderzoeken hoe de terbeschikkinggestelde het best kan worden bejegend en hoe de huidige behandelimpasse kan worden doorbroken. Abstinentie van cannabis is een voorwaarde voor begeleid en onbegeleid verlof. Het cannabisgebruik van de terbeschikkinggestelde staat daarom in de weg aan zijn resocialisatie. Mogelijk kan overplaatsing naar een andere instelling uitkomst bieden, bijvoorbeeld een instelling waarbinnen cannabis gebruik wel is toegestaan en waar de behandeldruk lager is. Op dit moment is totaal nog geen zicht op uitstroom naar een RIBW, omdat het tot nu toe niet is gelukt om de verlofmachtiging in gebruik te nemen en voor een HAT-woning succesvol transmuraal verlof nodig is waarbij de terbeschikkinggestelde zichzelf moet kunnen aansturen. Daarvan is geen sprake. Het advies de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen is vooral gebaseerd op het gemotiveerd houden van de terbeschikkinggestelde aangezien er nog heel wat stappen te gaan zijn.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De raadsman en de terbeschikkinggestelde hebben verzocht de behandeling van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling aan te houden teneinde de reclassering onderzoek te laten doen naar de voorwaarden waaronder een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging mogelijk zou kunnen zijn.

5..Beoordeling

De rechtbank is, op grond van het advies van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting, van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de terbeschikkinggestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De behandeling van de terbeschikkinggestelde is in een impasse geraakt omdat de terbeschikkinggestelde weigert te stoppen met het gebruik van cannabis, terwijl dit een voorwaarde is voor het praktiseren van verlof. Inmiddels hebben zich in de instelling meerdere incidenten voorgedaan waarbij de terbeschikkinggestelde zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag.
Voornoemde omstandigheden brengen met zich dat de rechtbank geen grond ziet om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken. Om die reden zal het daartoe strekkende verzoek van de raadsman op dit moment als te prematuur worden afgewezen.
Uit het advies van de instelling en de toelichting ter zitting volgt dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde langer dan een jaar in beslag zal nemen. De rechtbank zal de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging echter met één jaar verlengen, teneinde de motivatie van de terbeschikkinggestelde een positieve impuls te geven en om een vinger aan de pols te houden met betrekking tot de huidige behandelimpasse en het onderzoek van de instelling naar mogelijke alternatieven voor de huidige wijze van verpleging van de terbeschikkinggestelde.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beslissing is genomen door
mr. R.J.A.M. Cooijmans, voorzitter,
mrs. L. Stevens en M.J.C. Spoormaker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.N. Maat, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.