ECLI:NL:RBROT:2022:6963

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/631088 / JE RK 21-3425, C/10/633525 / JE RK 22-366, C/10/640366 / JE RK 22-1476
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

Op 15 augustus 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2007. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 21 augustus 2023 en een machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 21 augustus 2022 tot 21 december 2022. De zaak betreft een verlenging van de ondertoezichtstelling en een machtiging tot gesloten jeugdhulp, aangevraagd door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. Tijdens de zitting op 4 augustus 2022 is [naam kind] gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, en is er een tolk ingeschakeld vanwege taalproblemen van de moeder. De kinderrechter heeft de verzoeken van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing beoordeeld. De GI heeft aangegeven dat [naam kind] vaak wegliep en dat er een nieuw behandeltraject gestart moet worden. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is en heeft de verzoeken van de GI voor de overige zaken afgewezen, omdat deze waren ingetrokken. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting te rapporteren over de voortgang van de behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/631088 / JE RK 21-3425, C/10/633525 / JE RK 22-366, en
C/10/640366 / JE RK 22-1476
Datum uitspraak: 15 augustus 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen: [naam kind] ,
advocaat: mr. G.A.J. Purperhart, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 18 februari 2022 en de daarin genoemde stukken;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 24 juni 2022, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum;
- de verklaring d.d. 24 juni 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 8 augustus 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 4 augustus 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 2] , tolk in de Poolse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de mentor van [naam kind] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep van Horizon, locatie [locatie], te [plaatsnaam].
Bij beschikking van 21 februari 2018 is [naam kind] onder toezicht gesteld.
Bij beschikking van 18 februari 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
21 augustus 2022. Ook heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 18 augustus 2022. De beslissing is voor het overig verzochte aangehouden.
Bij beschikking van 5 juli 2022 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 20 juli 2022 tot 21 augustus 2022.

De (aangehouden) verzoeken

Ten aanzien van C/10/631088:
De GI verzoekt een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. Nu resteert de periode tot 21 februari 2023.
De GI heeft het resterende verzoek ter zitting ingetrokken.
Ten aanzien van C/10/633525:
De GI verzoekt een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder van [naam kind] voor de duur van een jaar. Nu resteert de periode tot 21 februari 2023.
De GI heeft het resterende verzoek ter zitting ingetrokken.
Ten aanzien van C/10/640366:
De GI verzoekt een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. Daarnaast verzoekt de GI een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van negen maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afgelopen periode is [naam kind] vaak weggelopen, waardoor er geen behandeling heeft plaatsgevonden. In juni 2022 is [naam kind] overgeplaatst van Harreveld naar de [naam groep] van Horizon, maar vanwege zijn wegloopgedrag is hij daar niet meer welkom. Sinds kort verblijft [naam kind] op de gesloten groep van Horizon te [plaatsnaam] . Er moet een nieuw behandeltraject worden opgestart. [naam kind] is niet gemotiveerd, waardoor het lastig is om een passende behandeling te bieden.
De komende periode zal vanuit de geslotenheid in heel kleine stappen toegewerkt moeten worden naar meer vrijheden. Een machtiging gesloten jeugdhulp voor kortere duur zal zorgen bij [naam kind] zorgen voor onrust en maken dat hij niet bezig is met het ‘nu’. De betrokkenheid van de jeugdbeschermer is noodzakelijk om de moeder te begeleiden in het contact met [naam kind] en de benodigde hulpverlening in te zetten.

Het standpunt van [naam kind]

heeft ter zitting verteld dat het de afgelopen periode niet goed ging en hij het heeft verpest. [naam kind] is weggelopen van de gesloten groep en is ruim twee weken weggebleven. [naam kind] vindt dat een verblijf op een gesloten groep hem niet verder gaat helpen. Het liefst wil [naam kind] terug naar huis. Hij wil een kans om te laten zien dat hij naar zijn ouders kan luisteren, naar school kan gaan en mee kan werken met de hulpverlening.
Er is voldaan aan de gronden voor een machtiging gesloten jeugdhulp, maar de termijn van negen maanden is te lang. Er is op dit moment geen duidelijk plan voor [naam kind] . Hij is gemotiveerd en weet dat hij aan de slag moet. Het is belangrijk dat [naam kind] perspectief krijgt, zodat hij ook gemotiveerd blijft. Verzocht wordt om de machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere duur te verlenen, zodat tussentijds een toetsmoment kan plaatsvinden.

Het standpunt van de moeder

De moeder is het eens met het verzoek van de GI. Het is moeilijk om tot [naam kind] door te dringen. Zijn gedrag gaat steeds meer achteruit. [naam kind] heeft behandeling nodig op een gesloten groep.

De beoordeling

Ten aanzien van C/10/631088 en C/10/633525:
Nu de GI de resterende verzoeken tot verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] intrekt, kunnen de gronden daarvan niet meer worden onderzocht. De kinderrechter wijst de resterende verzoeken daarom af.
Ten aanzien van C/10/640366:
Gelet op het feit dat er ter zitting geen verweer is gevoerd tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling en de kinderrechter op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting van oordeel is dat de gronden van de ondertoezichtstelling, zoals gesteld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek aanwezig zijn, zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] als onweersproken worden verlengd voor de duur van een jaar.
Ten aanzien van het verzoek machtiging gesloten jeugdhulp overweegt de kinderrechter als volgt.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
De afgelopen jaren is [naam kind] verschillende keren met een (spoed)machtiging gesloten geplaatst vanwege zijn ernstige gedragsproblematiek, zelfbepalende gedrag en wegloopgedrag. Op de gesloten groepen heeft hij laten zien dat hij met duidelijkheid en structuur goed kan functioneren en behandeling kan volgen. Zodra [naam kind] meer vrijheden krijgt, gaat het mis. Op 30 mei 2022 is [naam kind] vanuit Harreveld overgeplaatst naar de [naam groep] van locatie Horizon Rijnhove, een besloten groep. Ook op deze groep is hij weer teruggevallen in zijn zelfbepalende gedrag en is hij vaak van de groep weggelopen. [naam kind] is ruim twee weken spoorloos geweest, waardoor er geen zicht op hem is geweest. Hij heeft zich onttrokken aan de hulpverlening en zijn ontwikkeling lijkt te stagneren. Aangezien hij niet meer terug mocht komen op de [naam groep] , verblijft hij nu op een nieuwe gesloten groep in [plaatsnaam] .
De ouders en de GI maken zich veel zorgen over het welzijn van [naam kind] . [naam kind] heeft baat bij een duidelijke, voorspelbare, gestructureerde omgeving, waarin hij weet wat er van hem wordt verwacht. Op de nieuwe groep zal een nieuw behandeltraject moeten worden opgestart. [naam kind] heeft hiervoor weinig intrinsieke motivatie. De komende periode is het belangrijk dat [naam kind] de ernst van de situatie gaat inzien, zijn gedrag zal veranderen en niet meer moet weglopen. Het is van belang om te onderzoeken welke vorm van hulpverlening wel zal aansluiten bij [naam kind] om ervoor te zorgen dat een langdurige positieve ontwikkeling zal plaatsvinden.
[naam kind] heeft op 8 augustus 2022 gesproken met een gedragswetenschapper. Zij stemt in met een machtiging gesloten jeugdhulp voor vier maanden. Gelet op het advies van de gedragswetenschapper, zal de kinderrechter de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de periode van vier maanden en het overig verzochte aanhouden, zodat er een tussentijds toetsmoment kan plaatsvinden om te bezien hoe de behandeling en begeleiding binnen de gesloten groep verloopt.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting hierover te rapporteren en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd (met afschrift aan de belanghebbenden).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 21 augustus 2023;
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 21 augustus 2022 tot 21 december 2022;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af, voor zover daarop niet eerder is beslist;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de behandeling van het verzoek (
C/10/640366)voor het overige aan en bepaalt dat het verhoor van [naam kind] en zijn advocaat, de GI en de belanghebbenden zal plaatsvinden op
7 december 2022 om 10:30 uur, in het gerechtsgebouw te
Rotterdam, Wilhelminaplein 100 / 125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van [naam kind] en zijn advocaat, de GI en de belanghebbenden;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde zittingsdatum aan de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen (met afschrift aan de belanghebbenden en de advocaat).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.