In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 augustus 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] in [geboorteplaats kind], momenteel in een pleeggezin verblijft. De ouders van [naam kind] hebben beiden beperkingen; de moeder heeft een licht verstandelijke beperking en de vader heeft autisme. Dit heeft invloed op hun vermogen om adequaat voor [naam kind] te zorgen.
De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en heeft de ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. S. Kranendonk, gehoord. De ouders hebben hun onvrede geuit over de gang van zaken, maar er is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van [naam kind] ernstig wordt bedreigd en dat de ouders onvoldoende in staat zijn om aan haar behoeften te voldoen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van [naam kind] te verlengen tot 14 augustus 2023, in het belang van haar verzorging en opvoeding. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.