ECLI:NL:RBROT:2022:6981

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/642774 / JE RK 22-1869
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 12 augustus 2022 heeft de kinderrechter in Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Stichting NIDOS had op 3 augustus 2022 een verzoek ingediend voor deze machtiging, omdat [naam kind] eerder was weggelopen van een open groep en er zorgen waren over zijn veiligheid en gedrag. Tijdens de zitting, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de advocaat van [naam kind], de oma als informant en een vertegenwoordiger van de GI gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de oma de Nederlandse taal niet voldoende machtig is en heeft een beëdigde tolk ingeschakeld.

De kinderrechter oordeelde dat de machtiging noodzakelijk was vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [naam kind], die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. Er waren grote zorgen over zijn betrokkenheid bij een crimineel netwerk en zijn onveilige omgeving. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om [naam kind] te beschermen en hem de kans te geven om opnieuw in een veilige omgeving te worden geplaatst.

De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken, met de voorwaarde dat deze pas ingaat op het moment dat de machtiging kan worden geëffectueerd. De GI is verzocht om de rechtbank te informeren zodra de machtiging ten uitvoer is gelegd en om te rapporteren over de stand van zaken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met een schriftelijke uitwerking die op 16 augustus 2022 is vastgesteld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/642774 / JE RK 22-1869
datum uitspraak: 12 augustus 2022

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Stichting NIDOS,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Utrecht,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 3 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op
9 augustus 2022;
- de verklaring d.d. 7 augustus 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 8 augustus 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 12 augustus 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de advocaat van [naam kind], mr. E. Janse,
- de oma, [naam 1], als informant,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 2].
Opgeroepen en niet verschenen is [naam kind].
Aangezien de oma de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Arabisch-Irakese taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 3], tolk in de Arabisch-Irakese taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Bij beschikking van 24 september 2015 is [naam kind] onder voogdij gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting NIDOS.
[naam kind] verbleef op een open groep van Groot Emaus, maar is ten tijde van het verzoek weggelopen.

Het verzoek

De GI heeft met spoed een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twaalf maanden. Dit verzoek is tijdens de piketdienst aangehouden naar zitting.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] is eerder in maart 2022 gesloten geplaatst vanwege zorgen over zijn gedrag en veiligheid. De structuur op de gesloten groep heeft [naam kind] goed gedaan. Na drie maanden is hij overgeplaatst naar een open setting. Twee dagen nadien is [naam kind] weggelopen van de open groep. Het is niet gelukt om [naam kind] te motiveren om terug te komen naar de groep. [naam kind] verblijft sindsdien ofwel op straat, danwel bij zijn oma of neef. Inmiddels zijn er signalen dat [naam kind] terugvalt in zijn oude (criminele) netwerk, met alle risico’s van dien voor zijn veiligheid. Het is van belang dat [naam kind] opnieuw op een gesloten groep wordt geplaatst, zodat hij van daaruit met succes, zonder risico’s, kan worden doorgeplaatst naar een open groep. [naam kind] heeft een mogelijkheid voor een structuurgroep te Dordrecht afgewezen.

De standpunten

Mr. Janse heeft, evenals de jeugdbeschermer, tevergeefs gepoogd [naam kind] terug te laten gaan naar de open groep. [naam kind] ervaart de gesloten groep als gevangenisstraf en is bang om een lange periode ‘vast te zitten’. Dat is ook de reden dat [naam kind] niet naar de zitting is gekomen. Een gesloten plaatsing is gelet op alle risico’s die hij nu loopt wel passend. [naam kind] heeft daarbij uitleg nodig wat een dergelijke gesloten machtiging precies inhoudt. Het is daarom in zijn belang dat, zodra [naam kind] in veiligheid is gebracht, hij de kans krijgt om hierover gehoord te worden door de kinderrechter. De politie weet waar [naam kind] verblijft, maar zij grijpen vanwege drukte niet in.
De oma is het niet eens met het verzoek. [naam kind] verblijft momenteel bij haar. [naam kind] is veilig bij de oma en de oma wil dat [naam kind] bij haar blijft. [naam kind] denkt dat hij in de boeien geslagen wordt en dat hij drie jaar vastgezet zou worden. Op de eerdere gesloten groep werd hij niet beschermd. De oma ontkent dat [naam kind] is weggelopen. Hij is, met toestemming van de medewerker van de groep, op vakantie gegaan en is te laat teruggekomen van autopech. Het is niet dat [naam kind] niet luistert, maar hij wordt in de verleiding gebracht door anderen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
[naam kind] is op 26 juli 2022 weggelopen van de open groep van Groot Emaus. De zorgen over de veiligheid van [naam kind] zijn groot. Voordat [naam kind] eerder in maart 2022 gesloten werd geplaatst, waren er grote zorgen over het criminele circuit waarin hij verbleef en de drillrapgroep waarbij hij zich heeft aangesloten. Het intelligentieniveau van [naam kind] en achterstand in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling maken dat [naam kind] onvoldoende in staat is om de gevolgen van zijn gedrag te overzien. Dat [naam kind] zo goed als direct na zijn doorplaatsing naar de open groep is weggelopen, is hier een voorbeeld van. Er is geen logica te vinden in zijn redenering dat hij van een open groep heeft moeten weglopen omdat hij niet op een gesloten groep wilde verblijven. Er zijn zeer sterke aanwijzingen dat [naam kind] zich opnieuw begeeft in zeer onveilige kringen. [naam kind] staat niet open voor hulpverlening. Het netwerk van [naam kind] is onvoldoende in staat om [naam kind] te beschermen. De vader is fysiek agressief. De oma heeft goede intenties, maar ziet niet in dat zij niet handelt in het belang van [naam kind] . De oma heeft onvoldoende probleembesef; zij praat het gedrag van [naam kind] goed en legt de schuld van zijn handelen bij anderen. Dat de oma niet handelt in het belang van [naam kind] blijkt onder meer uit het feit dat de oma [naam kind] in huis houdt, terwijl hij op de groep hoort te zijn. De oma stimuleert hem niet om zich te melden bij de jeugdbeschermer of zijn advocaat en om naar de zitting te komen.
Om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen is een gesloten plaatsing noodzakelijk. [naam kind] zal opnieuw los moeten komen van zijn onveilige omgeving. Bij de eerdere gesloten plaatsing is gebleken dat de structuur en regelmaat hem goed doen. Een gesloten plaatsing is geen straf, maar is er juist om [naam kind] te helpen en te voorkomen dat het ernstig mis met hem gaat. Hij staat echter niet open voor een gesprek en heeft er ook bewust voor gekozen om niet naar de zitting te komen, waardoor het niet mogelijk is om dit aan hem uit te leggen.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van vier weken. Aangezien [naam kind] momenteel is weggelopen van de groep en uit handen probeert te blijven van de groep en de GI, zullen deze vier weken pas aanvangen op het moment dat de machtiging gesloten geëffectueerd kan worden. Over de resterende duur van het verzoek zal daarna gesproken worden om [naam kind] in de gelegenheid te stellen om gehoord te worden.
De kinderrechter verzoekt de GI om zo spoedig mogelijk de rechtbank te berichten op het moment dat de machtiging gesloten jeugdhulp ten uitvoer is gelegd. De GI wordt daarbij tevens verzocht om dan te rapporteren over de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken met ingang van het moment waarop deze ten uitvoer gelegd wordt, betreffende de minderjarige [naam kind] ;
verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot
een nader te bepalen datum zijnde binnen vier weken na de ten uitvoerlegging van de machtiging gesloten jeugdhulp.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2022 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 augustus 2022.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.