Op 17 augustus 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarigen [naam kind 1], [naam kind 2] en [naam kind 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over deze kinderen wordt uitgeoefend door de moeder. De kinderen verblijven op verschillende locaties, waarbij [naam kind 1] in behandeling is bij Yulius en [naam kind 2] op een kinderwoongroep van Pameijer. De ondertoezichtstelling van de kinderen was eerder verlengd tot 24 augustus 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2]. Tijdens de zitting op 17 augustus 2022 zijn de standpunten van de moeder en de GI besproken. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de duur van de uithuisplaatsing en pleit voor een thuisplaatsing van [naam kind 2]. De kinderrechter heeft de verzoeken beoordeeld en geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] voor een jaar moet worden verlengd, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] voor een jaar. De uithuisplaatsing van [naam kind 2] is verlengd voor zes maanden. De kinderrechter heeft de GI verzocht om voor de pro forma datum van 1 februari 2023 een rapportage te overleggen over de stand van zaken.