Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 25 februari 2022;
- de conclusie van antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met producties;
- de brief van 16 mei 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mail van 8 juli 2022 van [eiser] met producties.
2..De feiten
Het verzoek van huurder is redelijk.
De woonruimte heeft op 1 februari 2020 de volgende ernstige gebreken:
Er is sprake van ernstige vochtoverlast in de woonkamer, in de aansluiting met de straatgevel en de zijgevel, als gevolg van lekkage van het dak en de dakranden. Dit is een gebrek in de categorie C (nummer V1).
In de woonkamer zijn, vanuit het plafond in de aansluiting met de straatgevel en de zijgevel grenzend aan het inpandige balkon, leksporen op de wand zichtbaar. De leksporen op de wand hebben een oppervlak van circa 0,5m x 1,5m = 0,75m2 als gevolg van een lekkage mogelijk afkomstig van het dak en de dakranden. Ook is er als gevolg van deze lekkage een vochtplek zichtbaar op het plafond met een afmeting van circa 0,4m x 0,8m = 0,32m2. Naast de zichtbare vochtplekken is ook de aftimmering van het plafond uitgezet door inwerking van vocht. Dit is een gebrek in de categorie C (nummer 8).
Het gebrek in de categorie C (nummer V1) is hersteld begin oktober 2020.
De geldende huurprijs van € 657,73 per maand wordt vanaf 1 februari 2020 tot en met 31 oktober 2020 tijdelijk verlaagd tot € 263,09 per maand en vanaf 1 november 2020 tijdelijk verlaagd tot € 394,64 per maand.”
3..Het geschil
- dat de huurprijs van de woning aan de [adres] wegens gebreken wordt gesteld op € 263,09 vanaf 1 februari 2020 zolang de gebreken niet hersteld zijn;
- Havensteder te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- voor recht te verklaren dat de woning aan de [adres] sinds 5 november 2021 geen gebreken (meer) kent, althans geen gebreken die een huurprijsvermindering rechtvaardigen;
- de huurprijs voor de woning aan de [adres] vanaf 5 november 2021 (weer) vast te stellen op € 657,73 per maand;
- [eiser] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
In conventie en reconventie
met60%) van de overeengekomen huurprijs. Aangezien Havensteder zich bij de uitspraak van de Huurcommissie heeft neergelegd, is tussen partijen niet in geschil dat over de periode van 1 februari 2020 tot en met 31 oktober 2020 een huurprijsvermindering tot 40% op zijn plaats is. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de periode vanaf 1 november 2020. Zijnde de periode waarin het gebrek (de daklekkage) was hersteld, maar nog wel sprake was van gevolgschade.
met20%) van de geldende huurprijs passend geacht, gezien de mate waarin het woongenot wordt geschaad. De kantonrechter ziet in de door [eiser] slechts zeer summier onderbouwde en door Havensteder gemotiveerd betwiste stellingen geen redenen om de tijdelijke huurverlaging vanaf 1 november 2020 tot een lager percentage dan 80% van de geldende huurprijs vast te stellen.
5..De beslissing
- € 263,09 per maand vanaf 1 februari 2020 tot en met 31 oktober 2020;
- € 526,17 per maand vanaf 1 november 2020 tot en met 4 november 2021;
- € 657,73 per maand vanaf 5 november 2021;