ECLI:NL:RBROT:2022:7266

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/643075 / FA RK 22-5667
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 augustus 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder manische compensatie met psychotische verschijnselen, als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel. De betrokkene is ervan overtuigd dat hij slachtoffer is van een persoonsverwisseling en heeft geen inzicht in zijn toestand. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was de betrokkene aanwezig met zijn advocaat, terwijl de officier van justitie niet verscheen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van voeding en medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De overige door de officier verzochte vormen van zorg zijn niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van Kuilenburg en schriftelijk uitgewerkt op 26 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/643075 / FA RK 22-5667
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 augustus 2022 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
momenteel verblijvende in Antes, locatie Zorgboulevard te Rotterdam,
advocaat mr. B. Meijer te Amsterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 16 augustus 2022, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 16 augustus 2022 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 16 augustus 2022;
  • de medische verklaring opgesteld door [persoon A] , psychiater, van 15 augustus 2022;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [persoon B] , psychiater, en [persoon C] , arts, beiden verbonden aan Antes.
1.3.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling bleek dat betrokkene geen Nederlands spreekt. Desondanks heeft de behandeling plaatsgevonden zonder tolk. Betrokkene verstaat Nederlands en heeft zijn mening kenbaar kunnen maken in de Engelse taal.
1.4.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Uit de medische verklaring en de toelichting van de psychiater tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene eind juni 2022 betrokken is geweest bij een ongeluk. Er was sprake van een schedelbreuk, een interne hersenbloeding en een hersenvliesontsteking. Betrokkene was tien weken lang opgenomen in het VU medisch centrum te Amsterdam. Hier vertoonde betrokkene steeds meer psychiatrische symptomen (hallucineren, wantrouwen en achterdocht). De symptomen en ontremd gedrag namen toe. Daarnaast at en dronk betrokkene minimaal omdat hij het eten niet vertrouwde. Er zijn meerdere conflictsituaties geweest waarbij betrokkene verbaal dreigend was richting hulpverleners. Betrokkene probeerde regelmatig weg te lopen, waardoor er een voortdurend een beveiliger bij hem aanwezig was. Inmiddels is betrokkene een dag geleden overgeplaatst naar Antes.
Betrokkene heeft volgens de deskundigen geen inzicht in wat hem is overkomen. Hij is ervan overtuigd dat hij geen ongeluk heeft gehad, maar dat hij in het ziekenhuis was voor een allergietest. Daarna is er sprake geweest van een persoonsverwisseling en zijn er vele fouten gemaakt, waardoor betrokkene sindsdien ten onrechte van zijn vrijheid beroofd is. Zijn persoonlijke assistent – van wie hij de naam niet wil noemen omdat daar misbruik van zal worden gemaakt – draagt er nu zorg voor dat al zijn werkzaamheden nog worden waargenomen. Zodra hij in vrijheid gesteld wordt, kan hij die werkzaamheden weer oppakken.
De behandelend psychiater denkt dat dit complex van waanideeën bedekt dat hij gaten in zijn geheugen heeft. Betrokkene is in contact met anderen denigrerend en verbaal dreigend, waarbij hij gedrag vertoont dat vrienden niet eerder van hem hebben gezien.
Ook tijdens de mondelinge behandeling wordt duidelijk dat de wanen nog onverkort floride aanwezig zijn en dat betrokkene zich niet bewust is van zijn sociaal onaangepaste gedrag. Betrokkene kan op deze manier zijn studie niet voortzetten, zou op straat in conflict komen met anderen en kan zijn werk met kinderen in de huidige toestand niet continueren.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een manische compensatie met psychotische verschijnselen bij niet-aangeboren hersenletsel dan wel in het kader van een niet eerder gediagnosticeerde bipolaire of psychotische stoornis.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet is gemotiveerd en de arts gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 september 2022;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 18 augustus 2022 mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 26 augustus 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.