In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling, ingediend door verzoeker, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast. Verzoeker heeft op 19 april 2022 een verzoek ingediend om een drietal schuldeisers, waaronder Vodafone en T-Mobile, te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Deze regeling houdt in dat verzoeker een percentage van zijn schulden kan aflossen, gebaseerd op zijn financiële situatie en de NVVK-norm. Tijdens de zitting op 16 juni 2022 zijn de schuldeisers die niet akkoord gingen met de regeling, niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van Vodafone en T-Mobile een klein percentage van de totale schuldenlast uitmaken en dat de meerderheid van de schuldeisers, zestien van de achttien, wel akkoord is gegaan met de regeling. De rechtbank heeft ook overwogen dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd is en dat verzoeker onder begeleiding staat van schuldhulpverlening en een beschermingsbewindvoerder. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van verzoeker en de schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van Vodafone en T-Mobile, die zich verzetten tegen de regeling. Daarom heeft de rechtbank het verzoek toegewezen en Vodafone en T-Mobile bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens zijn zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien verzoeker niet door een advocaat is bijgestaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en vervangt de vrijwillige instemming van de schuldeisers.