Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- de heer S. Bik, werkzaam bij Zwanenburg en De Heer B.V., in hoedanigheid beschermingsbewindvoerder en schuldhulpverlening (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldsaneringsregeling door verzoekster, die volledig arbeidsongeschikt is en bijna de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 8,24% aan de preferente schuldeisers en 4,12% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. Van de zestien schuldeisers stemden vijftien in met de regeling, maar CVU, een van de schuldeisers, weigerde mee te werken. CVU voerde aan dat de aangeboden regeling niet goed gedocumenteerd was en dat verzoekster niet voldoende inspanningen had geleverd om haar schulden af te lossen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat CVU in redelijkheid niet kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling, gezien het feit dat de vordering van CVU slechts 4,05% van de totale schuldenlast bedraagt en dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord ging met de regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet in staat is om betaald werk te verrichten en dat zij onder beschermingsbewind staat, wat het risico op nieuwe schulden minimaliseert. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster toegewezen en CVU bevolen in te stemmen met de schuldregeling, waarbij CVU ook in de kosten van de procedure werd veroordeeld.
De rechtbank concludeerde dat de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers die instemden met het aanbod zwaarder wegen dan die van CVU, die zich had verzet tegen de regeling. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling werd afgewezen, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.