In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) tot verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarige kinderen, [naam kind 1], [naam kind 2] en [naam kind 3]. De moeder van de kinderen, die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft goede stappen gezet in haar ontwikkeling en staat open voor hulpverlening. Er zijn echter zorgen over het gedrag van [naam kind 1] en de opvoedsituatie van de kinderen, wat heeft geleid tot een eerdere ondertoezichtstelling. De GI heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor zes maanden, terwijl de moeder dit verzoek afwees, maar ook openstond voor een evaluatie na enkele maanden.
De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en na het horen van de betrokken partijen, waaronder de moeder en een vertegenwoordiger van de GI, geconcludeerd dat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds ernstig bedreigd wordt. Ondanks de positieve stappen die de moeder heeft gezet, zoals het verbeteren van de hygiëne in de woning en het nakomen van afspraken, zijn er nog steeds zorgen over de opvoeding en het gedrag van de kinderen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 24 februari 2023, zodat de GI de regie kan blijven voeren over de hulpverlening en de situatie kan monitoren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de GI voor het overige is afgewezen.