Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 (impliciet) primair ten laste gelegde (poging doodslag) en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar met als bijzondere voorwaarden de verplichting zich bij de reclassering te melden, een behandel- en begeleidingsverplichting, begeleid wonen, een alcohol- en drugsverbod en een locatie- en contactverbod;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, voor de duur van 3 jaar, inhoudende een contactverbod met de aangeefster [naam aangeefster] (geboren op [geboortedatum aangeefster] te [geboorteplaats aangeefster]) en een locatieverbod voor de gehele provincie Zuid-Holland, met toepassing van (telkens) 1 week hechtenis bij overtreding van dat verbod met een maximum van 6 maanden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheidsbeperkende maatregel.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..Vordering benadeelde partij
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
groot 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaar;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
[naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 1.885,- (zegge: duizend achthonderdvijfentachtig euro), bestaande uit € 385,- (driehonderdvijfentachtig euro)aan materiële schade en € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[naam benadeelde], te betalen
€ 1.885,- (hoofdsom, zegge: duizend achthonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
28 (achtentwintig) dagen;