ECLI:NL:RBROT:2022:7515
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot faillietverklaring op basis van tegenvordering en vorderingsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring van de besloten vennootschappen Cool Kidz B.V. en Kinderdagverblijf Het Opstapje B.V. De verzoeksters hebben op 9 juni 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin zij stelden dat zij een opeisbare vordering van in totaal € 70.000,00 op de verweerster hadden. Deze vordering was gebaseerd op een geldleningsovereenkomst die zij met de verweerster hadden gesloten. De verweerster heeft echter betwist dat zij deze vordering verschuldigd was en heeft een tegenvordering ingediend die zij als verrekenbaar beschouwde. De rechtbank heeft de zaak behandeld en op 8 juli 2022 geoordeeld dat de verzoeksters niet konden aantonen dat zij een opeisbare vordering hadden, omdat de verweerster een tegenvordering had die nog niet vaststond. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek tot faillietverklaring niet kon worden toegewezen, omdat niet summierlijk kon worden vastgesteld dat de verzoeksters een vorderingsrecht hadden. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring afgewezen en de verzoeksters in de proceskosten veroordeeld.