ECLI:NL:RBROT:2022:7644

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2022
Publicatiedatum
13 september 2022
Zaaknummer
C/10/642944 / FA RK 22-5597
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met terminale COPD en psychische stoornis

Op 30 augustus 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en terminale COPD. De officier van justitie had op 12 augustus 2022 een verzoek ingediend voor verplichte zorg, omdat de betrokkene, ondanks zijn ernstige longproblemen, bleef roken. Dit gedrag werd als levensgevaarlijk beoordeeld, gezien de diagnose terminale COPD en eerdere ziekenhuisopnames voor ernstige longaanvallen. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde de betrokkene dat hij wil blijven leven, maar zijn psychische stoornis maakt hem wilsonbekwaam ten aanzien van zijn rookgedrag. De rechtbank oordeelde dat de vrijheid van de betrokkene om zijn leven in te richten beperkt moest worden om zijn gezondheid te beschermen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen om het roken te verbieden. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. A. Lablans en schriftelijk uitgewerkt op 13 september 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/642944 / FA RK 22-5597
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 augustus 2022 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
waar betrokkene in een accommodatie van GGZ Delfland verblijft,
advocaat mr. M.C. Bekkering te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 augustus 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 8 augustus 2022;
  • de zorgkaart van 1 januari 2022;
  • het zorgplan van 25 juli 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 augustus 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam persoon 1] , specialist ouderengeneeskunde, verbonden aan GGZ Delfland;
  • [naam persoon 2] , namens de curator van betrokkene, Stichting Veritas Vertegenwoordiging.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 22 juli 2022, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 12 augustus 2022, is onderhavig verzoek ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie en aan autisme gerelateerde klachten.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar voor betrokkene zelf. Betrokkene rookt fors. Hij heeft de diagnose terminale
chronic obstructive pulmonary disease(COPD) gekregen en moest dit jaar viermaal in een algemeen ziekenhuis worden opgenomen voor ernstige longaanvallen. Als hij blijft roken, is de verwachting van de betrokken artsen dat betrokkene snel zal overlijden. De longschade is enorm groot. Desondanks wil betrokkene – ingegeven door het psychiatrische ziektebeeld – blijven roken.
Hoewel roken een bezigheid is waar iedereen normaal gesproken zelf over mag beslissen, is voldoende onderbouwd dat in dit geval de psychische stoornis ervoor zorgt dat betrokkene zijn eigen leven in gevaar brengt. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vrijheid van betrokkene het eigen leven in te richten moet worden beperkt, zodat hij het roken moet nalaten. Bij dit oordeel is het van groot belang dat betrokkene tijdens de mondelinge behandeling verklaart dat hij wil blijven leven. De specialist ouderengeneeskunde licht tijdens de mondelinge behandeling toe dat betrokkene volledig wilsonbekwaam is ten aanzien van het roken. Betrokkene is ervan overtuigd dat roken hem juist beter maakt en hem gezond houdt. Iedere andere uitleg wijst hij af. Het systematisch moeten roken van 27 sigaretten komt voort uit de autistische trekken van betrokkene. De behandelaars hebben dit eerder terug kunnen brengen naar 20 sigaretten per dag. Iedere sigaret zou er echter een te veel zijn. Zonder verplichte zorg zal hij direct weer gaan roken en binnenkort komen te overlijden, terwijl hij geen inzicht heeft in dit verband.
2.4.
Om de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het onderzoek aan kleding of lichaam op de aanwezigheid van sigaretten;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, te weten sigaretten;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, te weten het roken van sigaretten.
De overige door de officier verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het beperken van de bewegingsvrijheid, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan inmiddels niet meer aan de orde is. Betrokkene loopt niet weg uit de accommodatie.
2.7.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 maart 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 30 augustus 2022 mondeling gegeven door mr. A. Lablans, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 13 september 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.