ECLI:NL:RBROT:2022:788

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
7 februari 2022
Zaaknummer
C/10/630593 / JE RK 21-3323
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 januari 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 6 februari 2022. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, vooral na een periode bij de vader te hebben gewoond, waarna hij weer bij de moeder is gaan wonen. De moeder heeft echter onvoldoende inzicht gegeven in de thuissituatie en er zijn zorgen over de schoolprestaties van [naam kind], die te maken hebben met schoolverzuim en slechte cijfers. De kinderrechter heeft geconstateerd dat er geen contact is tussen de moeder en de gecertificeerde instelling (GI), wat de situatie verergert.

De kinderrechter heeft de GI betrokken bij de hulpverlening en benadrukt dat de ouders niet in staat zijn gebleken om [naam kind] de nodige begeleiding te bieden. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar, tot 6 februari 2023, en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/630593 / JE RK 21-3323
datum uitspraak: 27 januari 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2005 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 29 november 2021, ingekomen bij de griffie op 20 december 2021;
- het e-mailbericht van de GI van 25 januari 2022.
Op 27 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam] , die telefonisch de zitting heeft bijgewoond en is gehoord.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader.
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 18 oktober 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
6 februari 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. Op dit moment woont [naam kind] bij de moeder. De moeder heeft vorige week aangegeven dat het niet goed gaat met [naam kind]. [naam kind] heeft weinig zin en motivatie om naar school te gaan. Vanuit school zijn zorgen geuit over het schoolverzuim en de cijfers van [naam kind]. Contact tussen school en de moeder is echter tot op heden niet van de grond gekomen. Daarnaast staat de moeder niet open voor contact met de GI, mede waardoor er geen zicht is op de thuissituatie bij de moeder. Wel is er hulpverlening vanuit Prokino ingezet in de thuissituatie bij de moeder in het kader van de ondertoezichtstelling van het broertje van [naam kind]. Vanuit Prokino is aangegeven [naam kind] mee te kunnen nemen om te bezien hoe de interactie tussen [naam kind] en de moeder verloopt en of, en zo ja, welke (verdere) behandeling [naam kind] nodig heeft. Verder bestaat er tot op heden onduidelijkheid over het perspectief van [naam kind]. [naam kind] geeft aan niet terug te willen naar de vader. Ook staat [naam kind] niet open voor een vorm van begeleid wonen of een kamertrainingscentrum (KTC). In de komende periode is het van belang dat wordt bezien wat het perspectief van [naam kind] is. Daarnaast is het van belang om te bezien hoe contactherstel tussen [naam kind] en de vader kan worden bewerkstelligd en of de hulpverlening vanuit Prokino voor [naam kind] voldoende is.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Na een periode bij de vader te hebben gewoond, woont [naam kind] sinds kort weer bij de moeder. [naam kind] heeft zelf deze stap gezet na onenigheid met de vader over de schoolprestaties van [naam kind]. Sindsdien wil [naam kind] geen contact meer met de vader. Het verblijf bij de moeder verloopt niet geheel positief. Vanuit school worden zorgen geuit over de schoolgang van [naam kind]. Bij [naam kind] is sprake van schoolverzuim en slechte cijfers. Contact tussen school en de moeder komt niet van de grond. Ook is er geen contact tussen de moeder en de GI, mede waardoor er onvoldoende zicht is op de thuissituatie bij de moeder.
Het is zorgelijk dat [naam kind] zelfbepalend gedrag lijkt te vertonen en op dit moment geen contact heeft met de vader. De zorgen over het verblijf van [naam kind] bij de moeder en over zijn schoolgang lijken een herhaling te zijn van wat er in het verleden is gebeurd. En de situatie lijkt hierdoor alleen maar te zijn verslechterd. Het is hierbij tevens zorgelijk dat de moeder de GI geen inzicht geeft in de situatie bij haar thuis.
Hierdoor is het goed dat [naam kind] mee kan worden genomen in de reeds ingezette hulpverlening vanuit Prokino in de thuissituatie bij de moeder. Aan de hand van de hulpverlening van Prokino kan zicht worden verkregen op de interactie tussen de moeder en [naam kind] en kan worden bepaald of, en zo ja, welke (verdere) behandeling voor [naam kind] noodzakelijk is. De kinderrechter acht voortzetting van de betrokkenheid van de jeugdbeschermer in het kader van de ondertoezichtstelling alleen maar meer dan voorheen noodzakelijk. De ouders zijn tot op heden onvoldoende in staat gebleken om [naam kind] de nodige begeleiding en sturing te bieden en de ontwikkelingsbedreiging bij hem af te wenden.
De moeder dient in het kader van de ondertoezichtstelling open te staan voor contact met de GI en dient de GI inzicht te verschaffen in de opvoedingssituatie van [naam kind]. [naam kind] moet gemotiveerd worden om zich in te zetten voor school. Daarnaast is het van belang dat wordt bezien hoe contactherstel tussen [naam kind] en de vader kan worden bewerkstelligd en dat er duidelijkheid wordt verkregen omtrent het perspectief van [naam kind]. Voor dit alles is de bemoeienis van de GI nog steeds noodzakelijk.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur een jaar.

De beslissingDe kinderrechter:

verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 6 februari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2022 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 februari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.