ECLI:NL:RBROT:2022:793
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toestaan van dringende werkzaamheden en renovatie in huurwoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Havensteder en een gedaagde huurder. De Stichting Havensteder vorderde toestemming voor het uitvoeren van dringende werkzaamheden en renovatie aan de huurwoning van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De huurovereenkomst tussen partijen betreft een woning in een blok van vijf woningen. Havensteder had eerder aan de gedaagde mededelingen gedaan over de voorgenomen werkzaamheden en de noodzaak om deze uit te voeren. De gedaagde had op 29 december 2021 een verklaring ingediend waarin zij akkoord ging met het verbetervoorstel, maar verleende geen medewerking aan het leegruimen van haar woning. De kantonrechter oordeelde dat Havensteder een spoedeisend belang had bij de gevorderde voorzieningen, aangezien de werkzaamheden op 8 februari 2022 zouden beginnen. De rechter oordeelde dat de gedaagde op grond van artikel 7:220 lid 1 BW verplicht was om medewerking te verlenen aan de dringende werkzaamheden en dat de renovatiewerkzaamheden redelijk waren. De vordering van Havensteder werd toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld om de werkzaamheden te gedogen en het gehuurde binnen 24 uur na betekening van het vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen indien zij weigerde mee te werken. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.