ECLI:NL:RBROT:2022:8169

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2022
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/639682 / JE RK 22-1364, C/10/640324 JE RK 22-1471, C/10/642418 / JE RK 22-1815 en C/10/642574 / JE RK 22-1838
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond als verzoekers betrokken. De ouders van [naam kind] zijn ook als belanghebbenden aangemerkt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds 24 juni 2022 op een gesloten groep verblijft vanwege ernstige zorgen over zijn gedrag, waaronder drugsgebruik en agressie. De kinderrechter heeft eerder al voorlopige ondertoezichtstellingen en machtigingen tot uithuisplaatsing verleend.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 augustus 2022 is gebleken dat alle betrokkenen het eens zijn met de verzoeken tot ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft de verzoeken beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria en is tot de conclusie gekomen dat de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden noodzakelijk is. Tevens is een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot eerdere thuisplaatsing indien de situatie dat toelaat.

De kinderrechter heeft benadrukt dat de positieve ontwikkeling van [naam kind] in de gesloten setting moet worden voortgezet, maar dat het ook belangrijk is om te kijken naar een terugkeer naar huis zodra dat mogelijk is. De ouders hebben aangegeven dat zij het belangrijk vinden dat [naam kind] goed wordt begeleid en dat zij ondersteuning van de GI waarderen. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad en de GI toegewezen, met uitzondering van de verzoeken die zijn ingetrokken of afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/639682 / JE RK 22-1364, C/10/640324 JE RK 22-1471,
C/10/642418 / JE RK 22-1815 en C/10/642574 / JE RK 22-1838
Datum uitspraak: 11 augustus 2022

Beschikking

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
en

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI.
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. H. Yilmaz-Altindag, te Capelle aan den IJssel.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 30 juni 2022 en de daarin genoemde stukken;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 1 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de briefrapportage van de GI van 3 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 4 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de verklaring van 28 juli 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring van 9 augustus 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper ten aanzien van het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden (van de GI).
Op 11 augustus 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind], die tevens voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord,
bijgestaan door mr. F. el Makhtari (waarnemend voor mr. H. Yilmaz-Altindag;
- de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 1];
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 2].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Horizon Harreveld.
Bij beschikking van 13 juni 2022 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 13 september 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging tot uithuisplaatsing
van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van vier
weken, te weten tot 11 juli 2022 (zaaknummer C/10/639682 / JE RK 22-1364). De beslissing op het resterend deel van het verzoek is aangehouden tot de zitting van 23 juni 2022.
Bij beschikking van 23 juni 2022 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp
betreffende [naam kind] verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 21 juli 2022 (zaaknummer C/10/640324 JE RK 22-1471). De beslissing op het resterend deel van de verzoeken is (opnieuw) aangehouden.
Bij beschikking van 30 juni 2022 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [naam kind] verleend tot 21 augustus 2022. De behandeling van de verzoeken met de zaaknummers C/10/63982 / JE RK 22-1364 en C/10/640324 / JE RK 22-1471 voor het overige is aangehouden.

De (aangehouden) verzoeken

Ingeschreven onder zaaknummer C/10/639682 / JE RK 22-1364:
De Raad heeft een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een
jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten
tot 13 september 2022.
Ingeschreven onder zaaknummer C/10/640324 JE RK 22-1471:
De Raad heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor
jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige
ondertoezichtstelling, te weten tot 13 september 2022.
Ingeschreven onder zaaknummer C/10/642418 / JE RK 22-1815:
De GI verzoekt een verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van een jaar. Tevens verzoekt de GI een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden.
Ingeschreven onder zaaknummer C/10/642574 / JE RK 22-1838:
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden.
Tevens verzoekt de Raad een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.

Het standpunt van de Raad

De Raad heeft het verzoek ten aanzien van de ondertoezichtstelling gehandhaafd en het verzoek ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp gewijzigd, in die zin dat een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden in plaats van twee maanden wordt verzocht. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij (de motivering van) het verzoek van de GI. De Raad heeft het (gewijzigde) verzoek ter zitting mondeling toegelicht.
Het onderzoek naar de noodzaak van de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp na 13 september 2022 is afgerond, maar het rapport is nog niet af. Aangezien alle betrokkenen het eens zijn met de verzoeken, lijkt het verstandig om het verzoek van de Raad met zaaknummer C/10/642574 / JE RK 22-1838 toch mee te behandelen. Het is fijn dat [naam kind] het goed doet en dat ook de ouders goed meewerken. [naam kind] heeft een bijzondere en snelle positieve ontwikkeling doorgemaakt. De Raad waakt voor een jubelstemming, aangezien er ook zomaar sprake kan zijn van verval in oud gedrag. Het is daarom belangrijk om de situatie te houden zoals deze nu is. Dit betekent dat [naam kind] op de gesloten groep bij Harreveld blijft en de GI toezicht houdt op de ontwikkeling van [naam kind].

Het standpunt van de GI

Nu de Raad een ondertoezichtstelling en een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden verzoekt, heeft de GI haar verzoek mondeling ter zitting ingetrokken. Voor het overige sluit de GI zich aan bij het standpunt van de Raad.
De periode tot 13 september 2022 biedt onvoldoende tijd om het hele verlofplan te doorlopen. Het is belangrijk dat de situatie niet wordt overhaast. Een uithuisplaatsing van [naam kind] in het vrijwillig kader is op dit moment niet wenselijk. De GI heeft in het kader van een ondertoezichtstelling net wat meer mogelijkheden wat betreft de inzet van hulpverlening.

Het standpunt van de belanghebbenden

De ouders zijn het eens met de verzoeken van de Raad tot ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en een machtiging gesloten jeugdhulp tot 13 december 2022. Het liefst gaan de ouders in het vrijwillig kader met de hulpverlening aan de slag, maar de ouders beseffen dat dit in het verleden niet is gelukt. Bovendien vinden de ouders het fijn dat zij een steun in de rug krijgen van de GI. De ouders willen dat het goed gaat als [naam kind] weer thuis komt wonen.

Het standpunt van [naam kind]

heeft, mede bij monde van zijn advocaat, aangegeven dat hij het eens is met het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, met de kanttekening dat het niet de bedoeling is dat de machtiging de gehele duur van drie maanden wordt gebruikt als [naam kind] zich goed blijft gedragen en hij eerder naar huis kan. [naam kind] gaat nu al af en toe met verlof naar huis, waarmee wordt toegewerkt naar een thuisplaatsing. Het plan is dat [naam kind] over een maand al terug naar huis gaat, waarbij de machtiging gesloten jeugdhulp voor de overige duur fungeert als een soort voorwaardelijke machtiging.
Verder heeft [naam kind] geen probleem met het verzoek tot ondertoezichtstelling. Eigenlijk is een gedwongen kader slechts noodzakelijk als de nodige hulpverlening wordt geweigerd. Het vrijwillig kader is in het verleden echter niet toereikend gebleken. Bovendien biedt een ondertoezichtstelling meer mogelijkheden en subsidies met betrekking tot de nodige hulpverlening. Daar komt bij dat de ouders zelf aangeven dat zij het fijn vinden om ondersteuning vanuit de GI te ontvangen. Ook [naam kind] geeft aan dat hij wil dat het goed blijft gaan. Hij wil daarom in stapjes toewerken naar een thuisplaatsing, zoals is afgesproken.

De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder (met zaaknummer C/10/639682 / JE RK 22-1364):
De kinderrechter overweegt dat een plaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voorlopig niet aan de orde is. Het resterend deel van het verzoek van de Raad tot machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] zal daarom worden afgewezen.
Ten aanzien van het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp (met zaaknummer C/10/642418 / JE RK 22-1815):
Nu de GI ter zitting mondeling haar verzoek heeft ingetrokken, kunnen de gronden daarvan niet verder worden onderzocht. Het verzoek van de GI zal daarom worden afgewezen.
Ten aanzien van het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling (met zaaknummer C/10/639682 / JE RK 22-1364) en het verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp (met zaaknummer C/10/642574 / JE RK 22-1838):
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Er is ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek tot ondertoezichtstelling.
De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
[naam kind] verblijft sinds 24 juni 2022 op de groep Einder 2 bij Horizon Harreveld, vanwege ernstige zorgen over het soft- en harddrugsgebruik, de stagnerende schoolgang van [naam kind] en het zelfbepalende en agressieve gedrag richting de ouders. Verder onttrok [naam kind] zich aan het ouderlijk gezag en trok hij op met (criminele) vrienden. De ouders verloren de grip op [naam kind], wat leidde tot (gewelds)incidenten in de thuissituatie.
Sinds de plaatsing op de gesloten groep lijkt [naam kind] meer tot rust te komen. [naam kind] gebruikt geen drugs meer en hij laat op de groep geen agressief gedrag zien. Daarnaast is [naam kind] op 25 juli 2022 gestart met EMDR. Tijdens het gesprek met de kinderrechter geeft [naam kind] zelf ook aan dat het goed met hem gaat. Hij is gezond en houdt zich aan de regels van de groep. De kinderrechter is het eens met de Raad, de GI en de gedragswetenschapper dat het heel knap is dat [naam kind] zo een positieve ontwikkeling laat zien. Ook de ouders verdienen een compliment voor hun inzet.
De komende periode moet [naam kind] laten zien dat hij met meer vrijheden en verantwoordelijkheden om kan gaan. Er is inmiddels een verlofplan opgesteld. Ook het telefoongebruik zal stapsgewijs worden opgebouwd. De verwachting is dat [naam kind] vanaf (eind) september 2022 steeds meer tijd thuis bij de ouders zal doorbrengen. Vooralsnog lijkt een voortzetting van de gesloten plaatsing nog noodzakelijk, aangezien de positieve ontwikkeling van [naam kind] nog heel pril is. Een machtiging gesloten jeugdhulp tot 13 december 2022 is nodig als vangnet voor het geval dat het toch anders loopt dan wordt gehoopt. Ook de gedragswetenschapper heeft aangegeven dat een machtiging gesloten jeugdhulp nog nadrukkelijk geïndiceerd en in het belang van [naam kind] is. Wel is de gedragswetenschapper van mening dat het eveneens in het belang van [naam kind] is dat de gesloten plaatsing zo kort mogelijk duurt in verband met de kwetsbaarheid van [naam kind]. Een langdurig verblijf binnen de geslotenheid kan er volgens de gedragswetenschapper juist voor zorgen dat [naam kind] getraumatiseerd wordt en dat de opname een averechts effect heeft.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de periode van drie maanden. Daarbij merkt de kinderrechter – in lijn met het verlofplan en de verklaring van de gedragswetenschapper – op dat het niet de bedoeling is dat [naam kind] zonder meer de periode tot 13 december 2022 moet “uitzitten” binnen de gesloten setting. Als blijkt dat [naam kind] eerder terug naar huis kan, moet een thuisplaatsing worden gerealiseerd.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 11 augustus 2022 tot 11 augustus 2023;
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 21 augustus 2022 tot 13 december 2022;
wijst het meer of anders verzochte af, voor zover daarop niet eerder is beslist.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2022 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 1 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.