Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
19 januari 2022
- [naam 1], [functie]
- [naam 2]
- mr. De Jong hiervoor genoemd (via een skype-verbinding)
aan de zijde van Woonstad
- [naam 3], adviseur bedrijfshuisvesting
- mr. De Jong hiervoor genoemd.
1..De gronden van de beslissing
kunnenmeewegen. De essentie van de prejudiciële beslissing is dat als gevolg van getroffen overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie bij een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte gesloten vóór 15 maart 2020, zoals hier het geval is, een reële huurprijsvermindering kan worden toegepast volgens de vastelastenmethode. Daarmee is rechtens een nieuw toetsingskader gecreëerd. Aannemelijk is dat de kantonrechter, als zij van de prejudiciële beslissing op de hoogte was geweest, het vonnis van 25 november 2021 niet zo had gewezen. Mede gelet op de belangen zoals die over en weer zijn toegelicht dient een belangenafweging tussen partijen in dat licht in het voordeel van Rdam B.V. uit te vallen. In het midden kan worden gelaten waarom [naam 1] tijdens de mondelinge behandeling in de kantonzaak niet is verschenen.