ECLI:NL:RBROT:2022:8190

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
9621204
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.J.M. Breevoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van een factoringovereenkomst met gedeeltelijke betwisting van facturen

In deze zaak heeft Voldaan Factoring B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] op basis van een gesloten factoringovereenkomst. De overeenkomst, die op 24 juli 2020 werd gesloten, hield in dat [gedaagde] een aantal vorderingen aan Voldaan Factoring verkocht, waarna deze de vorderingen zou incasseren. Voldaan Factoring heeft in totaal acht facturen van [gedaagde] ter waarde van € 21.286,98 overgenomen, maar de debiteur heeft deze facturen gedeeltelijk betwist, waardoor Voldaan Factoring slechts € 5.000,00 heeft kunnen incasseren. Na de betwisting heeft Voldaan Factoring de vorderingen terugverkocht aan [gedaagde] en is er een betalingsregeling overeengekomen, waarvan [gedaagde] slechts € 500,00 heeft betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over het feit dat de facturen zijn verkocht en dat [gedaagde] hiervoor een bedrag heeft ontvangen. De rechter oordeelt dat Voldaan Factoring recht heeft op de terugbetaling van de hoofdsom van € 20.786,89, evenals de buitengerechtelijke kosten van € 987,87. De rechter wijst de vordering van Voldaan Factoring toe, ondanks de argumenten van [gedaagde] over zijn financiële situatie als gevolg van de coronamaatregelen. De kantonrechter benadrukt dat [gedaagde] zijn betalingsonmacht niet kan tegenwerpen aan Voldaan Factoring, en dat hij de betalingsregeling niet is nagekomen. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Voldaan Factoring toegewezen en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9621204 / CV EXPL 22-399
datum uitspraak: 15 juli 2022
vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Voldaan Factoring B.V.,
vestigingsplaats: Oosterhout,
eiseres,
gemachtigde: mr. D.J. Bergkotte,
tegen
[gedaagde], die handelt onder de naam
[handelsnaam],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
zonder gemachtigde.
De partijen worden hierna ‘Voldaan Factoring’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 24 december 2021, met bijlagen;
  • het antwoord van 12 januari 2022, met bijlagen;
  • het vonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de aanvullende bijlagen van de zijde van Voldaan.
1.2.
Op 8 juni 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigde van Voldaan Factoring besproken.

2..De feiten

2.1.
Voldaan Factoring heeft op 24 juli 2020 een zogenaamde factoringovereenkomst gesloten met [gedaagde]. In de overeenkomst is opgenomen:
“U en wij gaan deze koopovereenkomst aan. U verkoopt een of meer vorderingen aan ons. Wij worden eigenaar van deze vorderingen en incasseren deze.
Deze overeenkomst en de algemene voorwaarden vormen samen de overeenkomst.
Vergoeding
U betaalt ons een percentage van bruto factuurbedrag. Hoe langer de betaaltermijn is, hoe hoger het percentage.
Vergoeding in percentage van het bruto factuur bedrag:
Tot en met 30 dagen betaaltermijn
4%
Tot en met 60 dagen betaaltermijn
5%
Tot en met 90 dagen betaaltermijn
6%
(…)
2.2.
In de algemene voorwaarden van Voldaan Factoring is opgenomen:
“2. DEFINITIES
Koopprijs: Het bedrag dat wij betalen na koop van uw vordering. De koopprijs bestaat uit het bruto factuurbedrag, min de vergoeding die wij vragen.
11. DE VORDERING TERUGKOPEN
11.1
Soms moet u een of meer vorderingen van ons terugkopen. Wij noemen dat ook retrocessie. Dit moet in deze situaties:
- U stopt de koopovereenkomst.
- Wij stoppen de koopovereenkomst vanwege een gewichtige reden of omdat u zich niet houdt aan de regels van de garantie. Zie paragraaf 10 en 13.
11.2
U betaalt ons dan het bruto factuurbedrag van de vorderingen die de klanten nog niet hebben betaald. Of nog niet helemaal hebben betaald. U werkt meteen mee aan wat we van u vragen om ervoor te zorgen dat deze retrocessie goed verloopt. U geeft ons daarvoor nu al het recht om in deze situatie het volgende te doen:
a.
a) We doen voor en namens u alle rechtshandelingen die nodig zijn voor de retrocessie. Wij zetten onder meer namens u een handtekening onder een retrocessieakte.
b) We doen voor en namens u al het andere wat we nodig of nuttig vinden.
11.3
Als wij u daarom vragen, zult u volledig meewerken om de retrocessie rechtsgeldig goed te laten verlopen, bijvoorbeeld door op ons verzoek dingen te doen of juist niet te doen.
11.4
Wanneer wij een vordering terugverkopen dan moet u ons het bruto factuurbedrag meteen en geheel terugbetalen. De vergoeding die u ons heeft betaald, krijgt u niet terug. Als u de vergoeding nog niet heeft betaald, dan moet u die alsnog betalen. (…)
13. WELKE GARANTIES GEEFT U ONS?
13.1
U bent verantwoordelijk voor de juridische status van de vordering die wij van u kopen. U garandeert dat u bevoegd bent deze vorderingen over te dragen aan ons.
13.2
U garandeert dat de vorderingen bestaan, onvoorwaardelijk, onbezwaard en overdraagbaar zijn. Voor zover u weet, zijn de vorderingen inbaar. Andere partijen hebben of krijgen geen recht op deze vorderingen.
13.3
U garandeert dat alle informatie die u ons geeft juist is en volledig is.
13.4
Doet u niet wat u ons garandeert? Dan mogen wij van u eisen dat u de vorderingen meteen terugkoopt. U betaalt ons dan het bruto factuurbedrag. Wat in artikel 14 staat over schade, blijft ook gelden.(…)”
2.3.
Voldaan Factoring heeft de volgende vorderingen van [gedaagde] op [naam] (hierna: ‘de debiteur’) gekocht en vervolgens overgedragen aan [naam bedrijf]:
1. de factuur van 5 februari 2021 van € 1.512,50;
2. de factuur van 1 maart 2021 van € 1.512,50;
3. de factuur van 25 maart 2021 van € 1.512,50;
4. de factuur van 2 april 2021 van € 4.742,84;
5. de factuur van 9 april 2021 van € 3.825,54;
6. de factuur van 16 april 2021 van € 3.308,68;
7. de factuur van 23 april 2021 van € 4.108,31;
8. de factuur van 23 april 2021 van € 1.512,50.
2.4.
De cessie van iedere afzonderlijke vordering is aan de debiteur steeds meegedeeld door middel van een vermelding op de facturen.
2.5.
Voldaan Factoring heeft de volgende bedragen aan vergoeding voor de koop van de vorderingen bij [gedaagde] in rekening gebracht en steeds verrekend met de door haar te betalen bruto factuurbedragen:
1. bij factuur van 5 februari 2021 € 312,83;
2. bij factuur van 1 maart 2021 € 73,21;
3. bij factuur van 25 maart 2021 € 109,81;
4. bij factuur van 26 maart 2021 € 226,49;
5. bij factuur van 2 april 2021 € 229,55;
6. bij factuur van 12 april 2021 € 185,15;
7. bij factuur van 16 april 2021 € 163,63;
8. bij factuur van 23 april 2021 € 308,65;
2.6.
Op 9 september 2021 heeft [naam bedrijf] de aan haar overgedragen vorderingen op de debiteur weer terug verkocht en gecedeerd aan Voldaan Factoring.
2.7.
Op 9 september 2021 heeft Voldaan Factoring de vorderingen vervolgens weer terug verkocht en gecedeerd aan [gedaagde].
2.8.
Op 22 december 2021 is de mededeling van deze retrocessies gedaan aan de debiteur.

3..Het geschil

3.1.
Voldaan Factoring eist samengevat:
- [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 20.786,89 met rente over
€ 21.286,98 vanaf 1 maart 2021 tot aan de dag van volledige voldoening;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 987,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten met rente;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Voldaan Factoring baseert de eis op het volgende. Voldaan Factoring heeft met [gedaagde] een factoringovereenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst heeft [gedaagde] acht facturen aan Voldaan Factoring ter incassering overgedragen. Voldaan Factoring heeft de totaalsom van de facturen van € 21.286,98 op de debiteur aan [gedaagde] voldaan. In strijd met de gemaakte afspraken bleken de facturen door de debiteur gedeeltelijk betwist, en is Voldaan Factoring slechts voor € 5.000,00 tot incasso van de vordering kunnen komen. Hierop heeft Voldaan Factoring de vorderingen op grond van artikel 11 en 13 van de algemene voorwaarden aan [gedaagde] terug verkocht en gecedeerd. In dit kader zijn partijen een betalingsregeling overeengekomen ter hoogte van
€ 21.286,98. [gedaagde] heeft hiervan € 500,00 betaald en is, ondanks aanmaning daartoe, in gebreke gebleven met de nakoming van de regeling. [gedaagde] is daarom het gehele restantbedrag van € 20.768,98, de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering van Voldaan Factoring niet, maar voert aan dat hij als gevolg van de algehele lockdown in verband met de coronacrisis annuleringen van zijn klanten ontving, waardoor hij niet meer in staat was de regeling na te komen. Hij wilde de regeling graag voortzetten, maar die gelegenheid werd niet geboden. De debiteur laat op onterechte gronden na de facturen te betalen en zij wordt nu buiten schot gehouden. [gedaagde] gaat de debiteur als medeverantwoordelijke voor de ontstane schulden voor de rechter dagen.

4..De beoordeling

4.1.
De kantonechter stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat [gedaagde] acht facturen ter incassering heeft verkocht aan Voldaan Factoring en dat [gedaagde] hiervoor een bedrag van € 21.286,98 heeft ontvangen. Evenmin is in geschil dat de facturen door de debiteur gedeeltelijk zijn betwist, waarna Voldaan Factoring de vorderingen heeft terug verkocht aan [gedaagde]. Partijen zijn daartoe een betalingsregeling overeengekomen, waarvan € 500,00 door [gedaagde] is afgelost, zodat er een bedrag van € 20.786,89 resteert. [gedaagde] betwist de verschuldigdheid en de hoogte van de hoofdsom niet.
4.2.
[gedaagde] stelt dat de debiteur van de vordering onterecht niet betaalt als gevolg van een betalingsgeschil tussen [gedaagde], de debiteur en de opdrachtgever van de debiteur. Voor zover [gedaagde] stelt dat Voldaan Factoring het restant op de debiteur dient te verhalen in plaats van op [gedaagde], gaat de kantonrechter hieraan voorbij. Voldaan Factoring heeft een beroep gedaan op de bepaling in haar algemene voorwaarden dat de aan haar overgedragen vorderingen onbezwaard en voor zover bekend, inbaar zijn. Als dat achteraf niet het geval blijkt, dan heeft Voldaan Factoring het recht om de vorderingen terug te verkopen en cederen aan de klant. De kantonrechter stelt vast dat aan deze voorwaarde is voldaan. Voldaan Factoring heeft als onbetwist gesteld dat die terugkoop ook tot stand is gekomen en vordert in deze procedure van [gedaagde] de nakoming van de terugbetaling van de bruto factuurbedragen. Op die grondslag is de gevorderde hoofdsom toewijsbaar.
4.3.
Indien [gedaagde] de vordering van Voldaan Factoring had willen verhalen op de debiteur, had [gedaagde] de mogelijkheid om de debiteur in vrijwaring op te roepen. Dit heeft [gedaagde] niet gedaan zodat in deze procedure niet beoordeeld kan worden of [gedaagde] de vordering van Voldaan Factoring kan “doorschuiven” naar de debiteur. [gedaagde] zal daarvoor zelf een procedure moeten starten.
4.4.
[gedaagde] stelt verder dat hij niet in staat was de betalingsregeling na te komen, als gevolg van de maatregelen in verband met de algehele sluiting vanwege de coronapandemie. Verschillende klanten van [gedaagde] hebben de samenwerking als gevolg daarvan opgezegd, waardoor [gedaagde] een groot deel van zijn inkomsten misliep en de betalingsregeling van € 500,00 per maand niet meer haalbaar was. Hoe vervelend die financiële omstandigheden ook voor [gedaagde] zijn, hij kan zijn betalingsonmacht niet aan Voldaan Factoring tegenwerpen. Dat [gedaagde] de betalingsregeling niet is nagekomen, betekent dat Voldaan Factoring de betalingsregeling mocht opzeggen en het restant in zijn geheel mocht opeisen van [gedaagde].
buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.5.
De buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 987,87 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar, nu niet is gesteld of gebleken dat de kosten vóór dagvaarding door Voldaan Factoring aan haar gemachtigde zijn betaald. Voldaan Factoring vordert wettelijke handelsrente over € 21.286,98 vanaf 1 maart 2021. De rente wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van Voldaan Factoring volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] deze stellingen niet heeft betwist.
proceskosten
4.6.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Voldaan Factoring tot vandaag vast op € 102,15 aan dagvaardingskosten, € 1.013,00 aan griffierecht en € 996,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 498,00 tarief). Dit is totaal € 2.111,15. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.7.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Voldaan Factoring te betalen € 20.786,89 aan hoofdsom en € 987,87 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 21.286,98 vanaf 1 maart 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Voldaan Factoring tot vandaag vastgesteld op € 2.111,15 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. Breevoort en in het openbaar uitgesproken.
50724