In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldsaneringsregeling door verzoekster, die te maken heeft met een aantal schuldeisers. Verzoekster heeft op 20 mei 2022 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan haar schuldeisers, bestaande uit een betaling van 4,64% van de totale vorderingen. De schuldeisers, [schuldeiser 1] en [schuldeiser 2], hebben echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, wat heeft geleid tot de procedure voor de rechtbank. Tijdens de zitting op 11 augustus 2022 is vastgesteld dat negentien van de eenentwintig schuldeisers akkoord zijn gegaan met de regeling, terwijl de twee genoemde schuldeisers hun verzet hebben geuit op basis van onvoldoende documentatie en transparantie van de aangeboden regeling.
De rechtbank heeft de belangen van verzoekster en de instemmende schuldeisers afgewogen tegen die van de schuldeisers die zich verzetten. De rechtbank concludeert dat de aangeboden regeling, die is goedgekeurd door een onafhankelijke partij, goed gedocumenteerd is en dat verzoekster zich voldoende heeft ingespannen om haar schulden te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van de tegenwerkende schuldeisers een klein percentage van de totale schuldenlast vormen en dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord is gegaan met de regeling. Daarom heeft de rechtbank besloten om het verzoek van verzoekster toe te wijzen en de tegenwerkende schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de aangeboden regeling een betere uitkomst zal bieden voor de schuldeisers.