Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- de heer V.T. Raats en de heer W. Haksteeg, beiden werkzaam bij Zuidweg&Partners (hierna: schuldhulpverlening);
- de heer D. van Hunen, namens [schuldeiser].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord. Verzoekers, die in financiële problemen verkeerden, hadden een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan hun schuldeisers, waaronder één schuldeiser die weigerde in te stemmen met de regeling. De verzoekers hadden in totaal negen schuldeisers, met een totale vordering van € 150.879,18. De aangeboden regeling voorzag in een betaling van 19,1% aan de preferente schuldeisers en 9,55% aan de concurrente schuldeisers. Tijdens de zitting bleek dat de verzoekers hun uiterste best hadden gedaan om tot een regeling te komen, en dat acht van de negen schuldeisers akkoord waren gegaan met het aanbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigering van de ene schuldeiser, die een vordering van 7,82% van de totale schuldenlast vertegenwoordigde, niet in redelijkheid kon worden gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de verzoekers en de overige schuldeisers zwaarder wogen dan die van de weigerende schuldeiser. De rechtbank heeft het verzoek om de weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en de kosten van de procedure aan de weigerende schuldeiser opgelegd. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de gedwongen schuldregeling in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.