In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering behandeld. Eiser had verzocht om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), maar zijn aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op basis van het ontbreken van bewijs van ziekte of gebrek op de relevante datum, 6 april 2007. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om het eerdere besluit te herzien. Eiser had in beroep aangevoerd dat hij ten onrechte niet als arbeidsongeschikt was aangemerkt en dat er wel degelijk sprake was van ziekte of gebrek als gevolg van een bedrijfsongeval in 2005. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de overgelegde medische gegevens niet relevant zijn voor de datum in geding en dat er geen objectieve medische gegevens beschikbaar waren die de claim van eiser konden onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd de WIA-uitkering toe te kennen en het verzoek om herziening van het besluit van 7 september 2020 terecht heeft afgewezen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.