ECLI:NL:RBROT:2022:8304

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 september 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/643828 / JE RK 22-2040
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

Op 6 september 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], geboren in 2008. De zaak betreft een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, die een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp heeft aangevraagd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn moeder, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] sinds oktober 2021 op vrijwillige basis verbleef in een open groep, maar dat zijn gedrag recentelijk verslechterde. Hij vertoonde zelfbepalend en brutaal gedrag, en er waren incidenten waarbij hij in aanraking kwam met de politie. De GI en de moeder hebben beiden aangegeven dat de huidige situatie niet langer houdbaar is en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de ernst van de gedragsproblemen van [voornaam minderjarige] en de noodzaak van gesloten jeugdhulp. Hij heeft geconcludeerd dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft daarom de machtiging verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, van 6 september 2022 tot 30 november 2022. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/643828 / JE RK 22-2040
Datum uitspraak: 6 september 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. I.K. Oosterveen, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 31 augustus 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring van 2 september 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- de verklaring van 5 september 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder.
Op 6 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat mr. I.K. Oosterveen;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, mw. [naam persoon 1] ;
- een vertegenwoordiger van de GI, mw. [naam persoon 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van Schakenbosch.
Bij beschikking van 31 augustus 2022 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 31 november 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] verleend voor de duur van vier weken. De beslissing op het resterende deel van het verzoek is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad verzoekt een voorlopige ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van drie maanden. Tevens verzoekt de Raad een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Thans dient te worden beslist op het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De Raad handhaaft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling en licht het als volgt toe. Vanaf oktober 2021 verbleef [voornaam minderjarige] op vrijwillige basis op een open groep van Harreveld. Sinds enige tijd laat [voornaam minderjarige] zeer zelfbepalend, brutaal gedrag zien. Ook accepteert [voornaam minderjarige] geen gezag en heeft hij geprobeerd de kozijnen van Harreveld in brand te steken. De begeleiding bij Harreveld lijkt onvoldoende effect te hebben en de behandeling van [voornaam minderjarige] komt niet van de grond. Harreveld staat niet langer open voor de plaatsing van [voornaam minderjarige] en is van mening dat hij meer kaders nodig heeft, waarna met spoed een gesloten plaatsing van [voornaam minderjarige] is verzocht. Getwijfeld wordt of [voornaam minderjarige] gaat meewerken aan de begeleiding en behandeling binnen de geslotenheid. De indruk bestaat dat een verblijf van vier weken binnen de gesloten setting onvoldoende is om oude patronen te doorbreken. Van belang is nu dat [voornaam minderjarige] laat zien dat hij zich aan de afspraken houdt. Bij een positieve ontwikkeling zou een overplaatsing naar een open groep van Schakenbosch een passende vervolgstap kunnen zijn.

Het standpunt van de GI

De GI brengt tijdens de mondelinge behandeling naar voren dat [voornaam minderjarige] aan het begin van de plaatsing bij Harreveld heeft laten zien dat hij profiteert van de geboden begeleiding, waarna incidenten hebben plaatsgevonden die in hevigheid zijn toegenomen. De GI hoopt dat [voornaam minderjarige] bij Schakenbosch een nieuwe start kan maken. Een plaatsing bij een open groep – hetgeen [voornaam minderjarige] tijdens de mondelinge behandeling verzoekt – is vooralsnog niet in zijn belang. Op het moment dat [voornaam minderjarige] niet op de groep bij Harreveld verbleef, bevond hij zich buiten met anderen. Het lijkt erop dat de contacten met deze personen hebben bijgedragen aan de negatieve gedragsverandering van [voornaam minderjarige] . De komende periode zal [voornaam minderjarige] moeten laten zien dat het hem lukt zich aan de regels te houden, zijn vrijheden op te bouwen en ook hierin te laten zien dat dit lukt. Als een plaatsing bij een open groep vervolgens passend is, verdient een plaatsing bij een open groep van Schakenbosch de voorkeur boven Harreveld.

Het standpunt van de moeder

De moeder brengt tijdens de mondelinge behandeling naar voren dat het bij Harreveld een periode goed is gegaan en dat [voornaam minderjarige] daar leermomenten heeft gekend. Vanaf het moment dat een-op-een begeleiding is stopgezet, gaat het minder met [voornaam minderjarige] . Hij was op de hoogte van het risico op een gesloten plaatsing en heeft meerdere waarschuwingen gehad. De strengere regels van de geslotenheid helpen misschien om [voornaam minderjarige] te laten inzien dat overal regels en afspraken zijn die hij moet nakomen. De moeder stemt in met het verzoek van de Raad indien na de verzochte periode zal worden toegewerkt naar een thuisplaatsing.

De mening van [voornaam minderjarige]

brengt, mede bij monde van zijn advocaat, naar voren dat hij het liefst verblijft bij de open groep van Harreveld. De ogen van [voornaam minderjarige] zijn inmiddels geopend door de voor hem relatief onverwachte plaatsing bij de gesloten groep. [voornaam minderjarige] begrijpt de plaatsing binnen de geslotenheid. [voornaam minderjarige] hoopt dat spoedig een overplaatsing naar een open groep of de thuissituatie mogelijk is. De komende tijd zal [voornaam minderjarige] zijn vrijheden gaan opbouwen, waaronder zijn verlof en telefoongebruik. Gelet op zijn zeer jonge leeftijd is de vraag of de duur van drie maanden noodzakelijk is of dat de duur kan worden beperkt afhankelijk van de voortgang van [voornaam minderjarige] . Op die manier kan tussentijds nog eens worden bezien of de volledig verzochte duur daadwerkelijk noodzakelijk is.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hiervan sprake.
Uit de stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat bij [voornaam minderjarige] sprake is van een combinatie van een licht verstandelijke ontwikkelingsstoornis, een sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand, onveilige hechting en van trauma’s. Als gevolg hiervan heeft [voornaam minderjarige] ook een disruptieve stemming-disregulatiestoornis ontwikkeld. Vanwege de complexe problematiek van [voornaam minderjarige] lukte het de moeder niet langer aan te sluiten bij de opvoedbehoeften van [voornaam minderjarige] en om hem van een veilige, stabiele opvoedsituatie te voorzien. Om [voornaam minderjarige] de nodige ondersteuning en begeleiding te kunnen bieden, verbleef hij vanaf oktober 2021 in het vrijwillig kader bij Harreveld. Nadat [voornaam minderjarige] hier eerst een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, is het vanaf april 2022 steeds minder goed gegaan. [voornaam minderjarige] vertoont bij Harreveld forse gedragsproblemen, laat zelfbepalend gedrag zien en is in aanraking gekomen met de politie. Hij lijkt op te trekken met jongeren uit de omgeving van Harreveld die een slechte invloed op hem hebben. Hij komt gemaakte afspraken niet na en accepteert geen sturing of begeleiding, waardoor hij niet alleen zichzelf, maar ook de groepsleiding en zijn groepsgenoten in gevaar brengt. Gezien de incidenten bij Harreveld, die in frequentie en heftigheid leken toe te nemen, was het niet langer mogelijk om het verblijf van [voornaam minderjarige] daar voort te zetten. Op dit moment zijn de strakke kaders, rust en regelmaat die de geslotenheid biedt dan ook nodig om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] spoedig te laten afnemen. De kinderrechter hoopt dat [voornaam minderjarige] er met deze kader en de ondersteuning vanuit Schakenbosch in slaagt om de positieve ontwikkelingen die hij eerder bij Harreveld wel heeft laten zien weer terug te vinden. Als [voornaam minderjarige] hier in slaagt zou een vervolgstap weer sneller in zicht kunnen komen.
De kinderrechter zal gezien het voorgaande de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van de voorlopige ondertoezichtstelling.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 6 september 2022 tot 30 november 2022.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2022 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.J.A. Batenburg, als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beslissing is vastgesteld op 20 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.