Op 6 september 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], geboren in 2008. De zaak betreft een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, die een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp heeft aangevraagd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn moeder, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] sinds oktober 2021 op vrijwillige basis verbleef in een open groep, maar dat zijn gedrag recentelijk verslechterde. Hij vertoonde zelfbepalend en brutaal gedrag, en er waren incidenten waarbij hij in aanraking kwam met de politie. De GI en de moeder hebben beiden aangegeven dat de huidige situatie niet langer houdbaar is en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de ernst van de gedragsproblemen van [voornaam minderjarige] en de noodzaak van gesloten jeugdhulp. Hij heeft geconcludeerd dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft daarom de machtiging verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, van 6 september 2022 tot 30 november 2022. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.