Op 17 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam in een bestuursrechtelijke zaak uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de directie van de Dienst Wegverkeer. De eiser had verzocht om het voeren van een model 18.2 kentekenplaat. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond en vernietigde het bestreden besluit van de verweerder. De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte had gesteld dat de eiser geen aanspraak kon maken op het model 18.2 kentekenplaat, omdat de nationale typegoedkeuring SUZP-1179 geen informatie bevatte over dit kentekenplaatmodel. De rechtbank stelde vast dat de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling kentekens en kentekenplaten niet uitsluiten dat na een nationale typegoedkeuring alsnog een model 18 kentekenplaat kan worden verstrekt. De rechtbank concludeerde dat de verweerder de bevoegdheid had om toestemming te verlenen voor het voeren van kentekenplaten conform het model 18.2, en dat er geen wettelijke grond was die in de weg stond aan de verstrekking van de gewenste kentekenplaat. De rechtbank herroept het primaire besluit en bepaalt dat de verweerder het verzoek van de eiser inwilligt. Tevens werd bepaald dat de verweerder het door de eiser betaalde griffierecht van € 181,- vergoedt. De uitspraak werd in het openbaar gedaan door rechter mr. H. Bedee, in aanwezigheid van griffier J.G. Mierop.