Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de brief van de rechtbank van 10 mei 2022 en van 13 juni 2022, met een oproeping voor de mondelinge behandeling op -uiteindelijk- 13 september 2022,
- de brief van de rechtbank van 25 mei 2022, met een zittingsagenda voor de mondelinge behandeling,
- het B-formulier van mr. Ravestijn van 29 augustus 2022 met aanvullende producties,
- de mondelinge behandeling van 13 september 2022 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen van Supermarktfonds en [gedaagde 1] c.s.,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 september 2022,
2. De feiten
Beste [voornaam persoon A] ,
Namens verkopers, [gedaagde 1] . en de heer [gedaagde 2] , bevestig ik dat de voorgestelde koopsom van eur. 4.405.000,-- KK wordt geaccepteerd.
3..Het geschil
- primair:voor recht verklaart dat [gedaagde 1] c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen en dat zij de schade moeten vergoeden die Supermarktfonds daardoor heeft geleden;
- subsidiair:voor recht verklaart dat [gedaagde 1] c.s. onrechtmatig hebben gehandeld vanwege schending van de precontractuele goede trouw en dat zij de schade moeten vergoeden die Supermarktfonds daardoor heeft geleden;
- primair en subsidiair:[gedaagde 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 642.952,33, als voorschot op de door Supermarktfonds geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 3 december 2021 en voor het overige [gedaagde 1] c.s. veroordeelt tot betaling van de schade, nader op te maken bij staat;
- primair en subsidiair:[gedaagde 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de daadwerkelijke buitengerechtelijke incassokosten, alsmede tot betaling van de proceskosten, waaronder begrepen de kosten van de gelegde conservatoire beslagen.
4..De beoordeling
Is tussen partijen een koopovereenkomst tot stand gekomen?
subject to contract”). Daarvan was met de aan hen voorgelegde en al door Heeneman & Partners ondertekende LOI geen sprake.
zuiverpotestatieve voorwaarde als de rechtshandeling louter afhankelijk is van de toekomstige wil van één van de partijen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat een
zuiverpotestatieve voorwaarde geen rechtsverhouding tot stand brengt (TM, Parl. Gesch. Boek 6, p. 145).
6.428,00(2 punten × tarief VII € 3.214,00)