ECLI:NL:RBROT:2022:8582

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
10135699 / VZ VERZ 22-12597
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wisselbeschikking in verzoekschriftprocedure naar dagvaardingsprocedure met betrekking tot terugbetaling van borg door verhuurder

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 11 oktober 2022 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure. De verzoekster, die zelf procedeert, heeft op 28 september 2022 een verzoekschrift ingediend, gedateerd op 19 augustus 2022, waarin zij vordert dat de verweerder de door haar betaalde borg van € 1.800,00 voor een gehuurd appartement terugbetaalt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster een verkeerd processtuk heeft gebruikt, aangezien de vordering op grond van artikel 143 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bij exploot van dagvaarding had moeten worden ingediend.

De kantonrechter heeft de verzoekster erop gewezen dat de procedure moet worden voortgezet als een dagvaardingsprocedure. Dit houdt in dat de verzoekster de verweerder alsnog bij exploot moet oproepen, met inachtneming van de wettelijke termijnen. De kantonrechter heeft ook benadrukt dat het exploot in de Nederlandse taal moet worden opgesteld. De verzoekster is in de gelegenheid gesteld om haar stellingen aan te passen aan de toepasselijke procesregels voor de dagvaardingsprocedure.

De zaak is gepland voor een rolzitting op 29 december 2022 om 14:30 uur, waarbij de verzoekster ervoor moet zorgen dat het exploot uiterlijk op de dag voor de rolzitting om 12:00 uur op de griffie is ingediend. De kantonrechter heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10135699 / VZ VERZ 22-12597
datum uitspraak: 11 oktober 2022
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
wonende in [woonplaats verzoekster ],
verzoekster,
die zelf procedeert,
tegen
[verweerder],
wonende in [woonplaats verweerder],
verweerder.
De partijen worden hierna ‘[verzoekster]’ en ‘[verweerder]’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Op 28 september 2022 is op de griffie van deze rechtbank een op 19 augustus 2022 gedateerd verzoekschrift van [verzoekster] ontvangen.

2..Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
Vooropgesteld wordt dat de kantonrechter op grond van artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: ‘Rv’) verplicht is om - ook zonder een daartoe strekkend verweer - te onderzoeken of de procedure met het juiste procesinleidend stuk aanhangig is gemaakt. Als de kantonrechter vervolgens constateert dat de zaak op het verkeerde ‘spoor’ zit, moet hij de wissel omzetten en er zorg voor dragen dat de procedure wordt doorgeleid naar het juiste spoor.
2.2.
De inhoud van het verzoekschrift van [verzoekster] komt er - kort samengevat - op neer, dat zij vordert dat [verweerder] de door haar betaalde borg à € 1.800,00 van een door [verzoekster] van [verweerder] gehuurd appartement aan haar terugbetaalt. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoekster] dit ingevolge het bepaalde in artikel 143 Rv bij exploot van dagvaarding had moeten vorderen.
2.3.
[verzoekster] heeft dan ook een verkeerd inleidend processtuk gebruikt. De procedure zal - gelet op het bepaalde in artikel 69 Rv - worden voortgezet als een dagvaardingprocedure en [verzoekster] zal [verweerder] alsnog bij exploot moeten oproepen. Bij die oproeping moet [verzoekster] een kopie van het bij de kantonrechter ingediende verzoekschrift van 19 augustus 2022 en deze beschikking aan [verweerder] laten meebetekenen.
2.4.
[verzoekster] wordt erop gewezen dat het verzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard, wanneer het uit te brengen exploot van oproeping niet uiterlijk op de dag vóór de hieronder vermelde rolzitting op de griffie is ingediend. Daarnaast wijst de kantonrechter [verzoekster] er, wellicht ten overvloede, op dat in de Nederlandse taal wordt geprocedeerd en dat de dagvaarding daarom ook in de Nederlandse taal moet zijn opgesteld.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt dat de procedure in de stand waarin deze zich bevindt zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure;
3.2.
stelt [verzoekster] daarbij in de gelegenheid om haar stellingen zo nodig aan de op de dagvaardingsprocedure toepasselijke procesregels aan te passen;
3.3.
bepaalt dat de zaak op de rolzitting van
donderdag 29 december 2022 om 14:30 uurzal komen;
3.4.
beveelt dat [verzoekster] [verweerder] tegen de hiervoor genoemde dag en tijd - met inachtneming van de wettelijke termijnen - bij exploot zal oproepen, onder betekening van deze beschikking en het verzoekschrift van 19 augustus 2022;
3.5.
bepaalt dat het door [verzoekster] te nemen processtuk uiterlijk op de dag voor de hiervoor genoemde rolzitting om 12:00 uur op de griffie moet zijn ontvangen;
3.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
38671