Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het verzoek en de beoordeling daarvan
3..De beslissing
donderdag 29 december 2022 om 14:30 uurzal komen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 11 oktober 2022 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure. De verzoekster, die zelf procedeert, heeft op 28 september 2022 een verzoekschrift ingediend, gedateerd op 19 augustus 2022, waarin zij vordert dat de verweerder de door haar betaalde borg van € 1.800,00 voor een gehuurd appartement terugbetaalt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster een verkeerd processtuk heeft gebruikt, aangezien de vordering op grond van artikel 143 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bij exploot van dagvaarding had moeten worden ingediend.
De kantonrechter heeft de verzoekster erop gewezen dat de procedure moet worden voortgezet als een dagvaardingsprocedure. Dit houdt in dat de verzoekster de verweerder alsnog bij exploot moet oproepen, met inachtneming van de wettelijke termijnen. De kantonrechter heeft ook benadrukt dat het exploot in de Nederlandse taal moet worden opgesteld. De verzoekster is in de gelegenheid gesteld om haar stellingen aan te passen aan de toepasselijke procesregels voor de dagvaardingsprocedure.
De zaak is gepland voor een rolzitting op 29 december 2022 om 14:30 uur, waarbij de verzoekster ervoor moet zorgen dat het exploot uiterlijk op de dag voor de rolzitting om 12:00 uur op de griffie is ingediend. De kantonrechter heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan.