ECLI:NL:RBROT:2022:8610

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 september 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
FT EA 22/740
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beslissing RC
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot uitstel van machtiging voor activatransactie in faillissement

In deze zaak hebben twee schuldeisers, Boost Collectibles B.V. en Boost Collectibles AG, de rechter-commissaris verzocht om uitstel van de machtiging aan de curator voor een activatransactie met een aan de gefailleerde Esveco Specialties B.V. gelieerde partij. De rechter-commissaris, mr. C.G.E. Prenger, heeft het verzoek op 13 september 2022 afgewezen. De rechter-commissaris oordeelde dat het belang van de boedel en de gezamenlijke crediteuren niet gediend is met uitstel. De beoogde transactie werd als gunstig voor de boedel beschouwd en zou bijdragen aan het behoud van werkgelegenheid. De pandhouders waren akkoord met de transactie en de bieding van de doorstarter diende zich op korte termijn aan, wat spoed vereiste.

De procedure begon met een verzoek van mr. C. Giljam, advocaat van de schuldeisers, die stelde dat zijn cliënten de grootste crediteuren waren en dat de curator hen niet had geïnformeerd over de doorstart. De rechter-commissaris gaf de curator de gelegenheid om te reageren, waarna de curator benadrukte dat haast geboden was voor de transactie. De rechter-commissaris gaf de schuldeisers de kans om hun bieding te concretiseren, maar zij hebben niet tijdig gereageerd op een geheimhoudingsovereenkomst.

De rechter-commissaris concludeerde dat de schuldeisers onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat uitstel in hun belang zou zijn. De curator had de markt voldoende verkend en het bod van de beoogde doorstarter was goed onderbouwd. De rechter-commissaris besloot dat de belangen van de boedel, personeel en andere betrokkenen voorop stonden, en dat de transactie snel moest worden afgerond. Daarom werd het verzoek om uitstel afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
beschikking van de rechter-commissaris op grond van artikel 69 Faillissementswet
Insolventienummer : [nummer]
BESCHIKKING in het faillissement van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESVECO SPECIALTIES B.V.
Polderweg-oost 14
2973 AN Molenaarsgraaf
gefailleerde
rechter-commissaris: mr. C.G.E. Prenger
curator: mr. C. van den Bergh

1.De Procedure

Het verzoek
Bij e-mailbericht van 8 september 2022 heeft mr. C. Giljam, advocaat van de besloten vennootschap Boost Collectibles B.V. en van de vennootschap naar Duits recht Boost Collectibles AG op grond van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw) aan de rechter-commissaris verzocht te wachten met het verlenen van machtiging voor het aangaan van een verkoopovereenkomst betreffende de activa van gefailleerde door de curator met een aan Esveco Specialties B.V. gelieerde partij (hierna: de beoogde doorstarter).
De rechtvaardiging van dit verzoek, schrijft mr. Giljam in genoemde e-mail, is als volgt:
“Mijn cliënten zijn met een vordering van (afgerond) EUR 5.600.000 met afstand de grootste crediteuren in het faillissement. In het kader van de WHOA-procedure is aan hen een voorstel voorgelegd tot betaling van 0,65%, waar aan andere crediteuren (behalve UWV) 100% werd aangeboden. De Rechtbank heeft geoordeeld dat dit oneerlijk en ongerechtvaardigd is. Daarna is door cliënten met Esveco onderhandeld over een alternatief. Cliënten hebben daartoe de gelegenheid geboden (door geen maatregelen te treffen) op expliciet verzoek van Esveco, ondanks het feit dat de afkoelingsperiode was afgelopen. Ik was in afwachting van een voorstel, wat ik uiterlijk half september zou ontvangen. Nu blijkt dat Esveco het verleende uitstel heeft gebruikt om een doorstart met haar aandeelhouder uit faillissement te realiseren, zonder dat mijn cliënten daarover zijn geïnformeerd. Dit is onredelijk en onaanvaardbaar.”
De rechter-commissaris heeft de curator van Esveco Specialties B.V., mr. C. van den Bergh, om een reactie verzocht op genoemde e-mail van mr. Giljam. De curator stuurde de rechter-commissaris 12 september 2022 zijn reactie, waarin hij er onder meer op wijst dat, gelet op het belang van de boedel en het belang van betrokken werknemers, haast is geboden bij de beoogde transactie, die zal leiden tot een doorstart van de onderneming. Verder heeft (een kantoorgenoot van) de curator 8 september 2022 aangeboden mr. Giljam een geheimhoudingsovereenkomst te sturen, waarna mr. Giljam niet meer reageerde.
De rechter-commissaris heeft vervolgens bij e-mail van 12 september mr. Giljam bericht, aanleiding te zien, alvorens een beslissing te nemen op de voorliggende verzoeken, Boost Collectibles B.V. en Boost Collectibles AG tot 13 september 2022,15:00 uur, de gelegenheid te geven voor een nadere reactie, en daarbij desgewenst hun voornemen om een bieding uit te brengen te concretiseren.
Mr. Giljam heeft vervolgens in een e-mail van 13 september 2022, 12:21 uur, onder meer aan de rechter-commissaris bericht dat zijn cliënte een bieding in voorbereiding heeft, althans dat haar bestuurder op 13 september 2022 vanuit Zwitserland naar Nederland reist om met een concurrent van Esveco Specialties B.V. over de overname van de activiteiten/actief van Esveco Specialties B.V. te overleggen, en dat zijn cliënte binnen 48 uur na verstrekking van het informatiememorandum door de curator (aangenomen dat daarin de benodigde informatie is opgenomen) een bod kan uitbrengen.
Goed boedelbeheer vergt volgens mr. Giljam dat de curator zijn cliënte alsnog informatie verstrekt over wat er te koop is en haar een redelijke termijn geeft een bieding uit te brengen.

2.De beoordeling

Het verzoek dient te worden aangemerkt als een verzoekschrift op grond van artikel 69 Fw. Allereerst dient te worden beoordeeld of verzoekers in hun verzoek kunnen worden ontvangen.
Onbetwist is, dat verzoekers schuldeisers van gefailleerde zijn. In zoverre zijn verzoekers ontvankelijk in hun verzoek.
Artikel 69 Fw strekt ertoe invloed uit te oefenen op het beheer over de failliete boedel en eventuele daarbij gemaakte fouten te herstellen of te voorkomen. Dit voorschrift heeft een beperkte strekking. Het voorschrift is in beginsel niet gegeven om individuele verzoekers in de gelegenheid te stellen op eenvoudige wijze aan hen toekomende rechten tegenover de boedel geldend te maken of (enkel) op te komen voor persoonlijke belangen.
Voor zover het verzoek gegrond is op, of ingegeven door, het ongenoegen over de omgang met verzoekers tot aan datum faillissement, dient het verzoek niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat daarmee geen boedelbelang wordt aangekaart.
Het verzoek strekt ertoe dat de rechter-commissaris wacht met het verlenen van machtiging voor de beoogde transactie. Ter beoordeling ligt dan ook slechts voor, of de boedel het beste gediend is met uitstel van een beslissing op het verzoek van de curator om hem machtiging te verlenen voor de beoogde transactie. Het belang van de gezamenlijke schuldeisers staat daarbij voorop.
De rechter-commissaris is van oordeel dat verzoekers onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat (nader) uitstel in het belang is van de gezamenlijke schuldeisers. Onvoldoende aannemelijk is geworden, dat nader uitstel daadwerkelijk zal leiden tot een serieuze bieding die de gezamenlijke schuldeisers en de werknemers meer oplevert dan bij het voorliggende bod. Verzoekers hebben in hun bericht van 13 september 2022 niet veel meer gezegd dan dat zij in gesprek zijn met een concurrent van Esveco Specialties B.V. over de overname van activiteiten of activa, en dat zij na ontvangst van het informatiememorandum (indien dat voldoende informatie bevat) binnen 48 uur een bod kunnen uitbrengen. De op 8 september 2022 aangeboden geheimhoudingsovereenkomst hebben verzoekers echter niet ondertekend. Daarmee hebben verzoekers zelf vertraging in de hand gewekt, terwijl ook voor verzoekers duidelijk had moeten zijn dat een spoedige beslissing op het verzoek geboden is, gelet op alle betrokken belangen (van onder meer de boedel, personeel, klanten en leveranciers). De rechter-commissaris merkt in dit kader nog op dat de curator bij aanvang van het faillissement alle hem bekende schuldeisers heeft aangeschreven. Ook dit had verzoekers eerder tot actie kunnen bewegen.
De rechter-commissaris weegt voorts mee dat niet is gebleken dat de curator de markt onvoldoende heeft verkend, alvorens het bod van de beoogde doorstarter voorwaardelijk te accepteren. De curator heeft actief contact gezocht met concurrenten van Esveco Specialties B.V. Alle serieuze gegadigden hebben na kennisname van het informatiememorandum afgezien van een bieding, mede gelet op de afhankelijkheid van de onderneming van andere groepsvennootschappen (onder meer ten aanzien van de belangrijkste productiemiddelen). Het machtigingsverzoek van de curator is ook overigens goed onderbouwd; er wordt aanzienlijk meer betaald dan de liquidatiewaarde van de afzonderlijke activa, en het bod voorziet bovendien in behoud van werkgelegenheid van een aanzienlijk deel van de werknemers, waarmee een aanzienlijke beperking van de boedelschulden (loonverplichtingen) wordt gerealiseerd indien de transactie op korte termijn tot stand komt. De pandhouders hebben zich eveneens akkoord verklaard met de (voorwaarden van de) beoogde transactie.
Voorts weegt mee dat de bieding van de beoogde doorstarter op zeer korte termijn zal verlopen, zodat een spoedige beslissing op dat verzoek geboden is.
De rechter-commissaris wijst het verzoek van verzoekers om die reden af en zal per afzonderlijk bericht aan de curator positief beslissen op het machtigingsverzoek.

3.De beslissing

De rechter-commissaris wijst het verzoek af. [1]
Rotterdam, 13 september 2021.
mr. C.G.E. Prenger
rechter-commissaris