ECLI:NL:RBROT:2022:8758

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/642908/ JE RK 22-1890 & C/10/642984 JE RK 22-1905
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met betrekking tot de betrokkenheid van de ouders en de gecertificeerde instelling

Op 23 augustus 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen, alsook een verzoek tot uithuisplaatsing van de minderjarige. De minderjarige verblijft momenteel bij haar grootouders, terwijl het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de advocaat van de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De moeder heeft aangegeven niet te verzetten tegen de verlenging, maar verzoekt om een kortere termijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog steeds bedreigd wordt in haar ontwikkeling en dat er een positieve ontwikkeling gaande is, maar dat er nog geen contact is tussen de minderjarige en de moeder. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van drie maanden en het verzoek om uithuisplaatsing af te wijzen, aangezien dit verzoek door de GI is ingetrokken. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting te rapporteren over de stand van zaken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Rotterdam
Zaaknummer: C/10/642908/ JE RK 22-1890 & C/10/642984 JE RK 22-1905
Datum uitspraak: 23 augustus 2022

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] ,

hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.C. van Seventer, te Rotterdam,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 11 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 11 augustus 2022;
- het verzoek met bijlage van de GI van 12 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 12 augustus 2022;
- de brief van [voornaam minderjarige] , ingekomen bij de griffie op 18 augustus 2022.
De minderjarige [voornaam minderjarige] heeft haar mening schriftelijk kenbaar gemaakt.
Op 23 augustus 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de advocaat van de moeder, mr. A.C. van Seventer;
- mw. S. Vingerling namens de GI.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] ;
- de moeder;
- de vader;
- mw. [naam 1] (oma vz) en [naam 2] (opa vz), als informanten.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft bij de opa en oma vz.
Bij beschikking van 15 oktober 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot 15 oktober 2022.

De verzoeken

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen met zes maanden. Daarnaast verzoek de GI de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] voor de duur van drie maanden in een voorziening voor (netwerk)pleegzorg. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Namens de GI is het verzoek ter zitting als volgt toegelicht. De GI verzoekt de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden te verlengen Er wordt nog gewacht op de uitspraak van de rechtbank op het verzoek van de GI om een bijzondere curator voor [voornaam minderjarige] te benoemen. De GI is handelingsverlegen waar het gaat om het stimuleren van het contact tussen de moeder en [voornaam minderjarige] .
Het verzoek om een machtiging uithuisplaatsing te verlenen bij de opa en oma vz wordt ingetrokken. De vader heeft namelijk aangegeven op 28 augustus aanstaande klaar te zijn met zijn therapie. Hij kan dan weer de zorg voor [voornaam minderjarige] dragen. De opa en oma vz hebben daarnaast aangegeven dat het voor hen te belastend is om [voornaam minderjarige] naar haar school te brengen en te halen.

Het standpunt van de moeder

Namens de moeder is aangegeven dat zij zich niet verzet tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar dat zij verzoekt deze voor een kortere duur te verlenen. Het doel van de ondertoezichtstelling is om het contact tussen [voornaam minderjarige] en de moeder te verbeteren. De ondertoezichtstelling loopt nu twee jaar en er is geen enkel contact tussen [voornaam minderjarige] en de moeder geweest. Het plan van aanpak van de GI richt zich op [voornaam minderjarige] en de vader, maar niet op de moeder. Het gaat met moeder steeds beter: ze heeft een baan en krijgt hulpverlening. De moeder heeft goed contact met opa en oma vz. De moeder komt echter ook graag weer in contact met [voornaam minderjarige] . Zolang aan het verbeteren van het contact tussen de moeder en [voornaam minderjarige] wordt gewerkt en dit doel ook wordt onderschreven door de GI, stemt de moeder in met een korte verlenging van de ondertoezichtstelling.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [voornaam minderjarige] wordt nog steeds bedreigd in haar ontwikkeling. [voornaam minderjarige] heeft behandeling voor haar trauma gehad. Sinds haar terugplaatsing bij de vader heeft de vader terugvallen gehad in alcoholgebruik en is hij een intensieve behandeling bij Antes gestart. Omdat de klachten bij [voornaam minderjarige] weer toenamen en de vader tijdelijk niet beschikbaar was voor [voornaam minderjarige] , is [voornaam minderjarige] eind december 2021 uit huis geplaatst bij de grootouders (vz). Inmiddels is de behandeling van de vader afgerond en kan [voornaam minderjarige] weer thuis bij de vader wonen. [voornaam minderjarige] maakt op dit moment een positieve ontwikkeling door: zij gaat vaker naar school en haar klachten (fysiek en mentaal) zijn afgenomen. [voornaam minderjarige] heeft echter nog geen contact met de moeder. De GI geeft aan handelingsverlegen te zijn en heeft daarom de rechtbank verzocht een bijzondere curator voor [voornaam minderjarige] te benoemen. Dit verzoek is op zitting behandeld, maar de uitspraak is nog niet bekend. De GI wenst betrokken te blijven om het vervolgtraject te monitoren. Om een vinger aan de pols te houden, zal de kinderrechter - mede in afwachting van de uitspraak naar aanleiding van het verzoek om een bijzondere curator voor [voornaam minderjarige] te benoemen - de ondertoezichtstelling korter dan de verzochte duur, te weten voor de duur van drie maanden, verlengen.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van drie maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW) en het verzoek voor het overige aanhouden. De kinderrechter verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de hierna te melden zittingsdatum aan te geven of het resterende deel van het verzoek tot ondertoezichtstelling door de GI wordt gehandhaafd en zo ja, daarbij te rapporteren over de laatste stand van zaken.
Nu het verzoek om een machtiging uithuisplaatsing door de GI is ingetrokken, kunnen de gronden van het verzoek niet meer worden onderzocht. Om die reden wijst de kinderrechter het verzoek af.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 15 januari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het verzoek om een machtiging uithuisplaatsing;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling voor het overige aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 15 december 2022 (pro forma);
bepaalt dat de GI, de vader, de moeder en mr. A.C. van Seventer en [voornaam minderjarige] op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde pro forma datum de kinderrechter
de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2022 door mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 6 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.