ECLI:NL:RBROT:2022:8887

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/643425 / JE RK 22-1969 en C/10/643596 / JE RK 22-2009
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en vervanging gecertificeerde instelling in jeugdzaken

Op 4 oktober 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West (GI) om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen en om de uitvoering van de ondertoezichtstelling over te dragen aan Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR) behandeld. Tijdens de mondelinge behandeling waren de vader en de GI vertegenwoordigd, terwijl de moeder niet aanwezig was. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] weg te nemen, gezien de onstabiele opvoedingssituatie en de communicatieproblemen tussen de ouders. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 18 oktober 2023 en de GI te vervangen door JBRR, met de nadruk op een zorgvuldige overdracht en voortzetting van het toezicht. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 21 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummers: C/10/643425 / JE RK 22-1969 en C/10/643596 / JE RK 22-2009
Datum uitspraak: 4 oktober 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en vervanging gecertificeerde instelling
in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2019 te [geboorteplaats minderjarige] ,

hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. S. Kandemir, te Dordrecht,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 23 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 23 augustus 2022;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 25 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 25 augustus 2022;
- de bereidverklaring van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: JBRR, van 6 september 2022.
Op 4 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- [persoon A] namens de GI;
- mr. S. Kandemir namens de moeder.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van JBRR.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de vader.
Bij beschikking van 18 oktober 2021 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 18 oktober 2022.

De verzoeken

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen met een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tevens verzoekt de GI de uitvoering van de ondertoezichtstelling over te dragen aan JBRR.
De GI heeft de verzoeken tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] verblijft vijf dagen per week bij de vader en in de weekenden bij de moeder. Bij de vader zijn er minder zorgen over de thuissituatie en de opvoedvaardigheden. Het gaat goed met [voornaam minderjarige] . Er blijven echter zorgen bestaan over de opvoedsituatie bij de moeder en de onderlinge communicatie tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders verloopt via de mail waarbij de jeugdbeschermer wordt meegenomen in de cc. Daarnaast zijn er geen duidelijke afspraken gemaakt over de omgang, waardoor er bepaalde zaken onstabiel verlopen voor [voornaam minderjarige] . Zo wordt [voornaam minderjarige] in de weekenden gebracht naar de grootmoeder moederszijde, waar zij niet altijd wordt opgehaald door de moeder. Zonder tussenkomst van de grootmoeder is omgang op dit moment niet mogelijk. Het is daarom wenselijk dat er een ouderschapsplan komt, waarin praktische zaken worden vastgelegd.

De standpunten van de belanghebbenden

Namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd tegen het verzoek. Verzocht is het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen. Er is onvoldoende grond om de ondertoezichtstelling te laten voortduren. De ouders hebben een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over de zorgregeling conform het advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Er is weliswaar geen communicatie tussen de ouders, maar ze houden zich aan de afspraken. Bovendien zal de communicatie in de toekomst niet verbeteren. Daarbij komt dat er in het afgelopen jaar weinig is gebeurd binnen de ondertoezichtstelling. Een verlenging is daarom niet noodzakelijk. Ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de GI is namens de moeder gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter.
De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling geen verweer gevoerd tegen de verzoeken. Het maakt voor de vader niet uit of de ondertoezichtstelling wordt verlengd of niet. Het gaat goed met [voornaam minderjarige] bij de vader thuis en hij heeft goed contact met de jeugdbescherming. Ook het contact met de moeder verloopt in principe goed. Afspraken worden via de mail gemaakt. Al het andere contact verloopt via de grootmoeder moederszijde.

De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek verlenging ondertoezichtstelling
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Gebleken is dat [voornaam minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de onstabiele opvoedingssituatie. In het afgelopen jaar heeft [voornaam minderjarige] meerdere wisselingen in verblijfplaats gekend. Zij is in mei 2022 van de grootmoeder moederzijde bij de vader gaan wonen en in de weekenden gaat zij naar de moeder. Het is echter onduidelijk of de moeder [voornaam minderjarige] in het weekend steeds komt ophalen, of dat [voornaam minderjarige] het hele weekend bij de grootmoeder verblijft. Daarnaast is er sprake van onderlinge spanningen tussen de ouders. De ouders zijn nog niet in staat om in het belang van [voornaam minderjarige] op een constructieve wijze met elkaar te communiceren. Afspraken worden via de mail gemaakt, waarbij de jeugdbeschermer wordt meegenomen. Daarbij wordt aangegeven dat de overdrachtsmomenten zonder tussenkomst van de grootmoeder moederszijde omgang niet mogelijk zijn. In de komende periode is het van belang dat toegewerkt wordt naar een situatie waarbij [voornaam minderjarige] onbelast contact kan hebben met haar beide ouders en dat de ouders zonder tussenkomst van de jeugdbeschermer of de grootmoeder moederszijde samen het ouderschap van [voornaam minderjarige] gaan vormgeven.
De kinderrechter is van oordeel dat de ouders onvoldoende in staat zijn onder eigen verantwoordelijkheid de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer in het kader van een ondertoezichtstelling is nog langer noodzakelijk om zicht te houden op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] , de communicatie tussen de ouders, de opvoedsituatie bij de moeder en om toe te werken naar een constructieve zorgregeling. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).
Ten aanzien van het verzoek vervanging GI
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling, is naar het oordeel van de kinderrechter vast komen te staan dat de GI moet worden vervangen door de gecertificeerde instelling JBRR. Gebleken is dat beide ouders zijn verhuisd naar de regio Rotterdam. De kinderrechter is het met partijen eens dat JBRR moet worden belast met de uitvoering van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter zal het verzoek dan ook toewijzen. Het is van belang dat de overdracht zorgvuldig zal plaatsvinden en dat de JBRR voortvarend het toezicht zal overnemen en continueren.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 18 oktober 2023;
vervangt met ingang van 4 oktober 2022 de huidige gecertificeerde instelling door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2022 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 21 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.