ECLI:NL:RBROT:2022:8889

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/645246 / JE RK 22-2249
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2011. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging, omdat er ernstige zorgen waren over de ontwikkeling en veiligheid van de minderjarige, die zich onttrok aan het gezag van zijn ouders en niet openstond voor hulpverlening. De minderjarige verbleef op dat moment in een gesloten groep van Pluryn en was eerder voorlopig onder toezicht gesteld tot 27 december 2022.

Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende belanghebbenden verschenen, waaronder de minderjarige, de ouders, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er al langere tijd ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige, die zelfbepalend en agressief gedrag vertoonde en betrokken leek bij een crimineel milieu. De ouders maakten zich grote zorgen over de veiligheid van hun kind en gaven aan dat een gesloten plaatsing noodzakelijk was.

De kinderrechter oordeelde dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk was, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter verleende de machtiging tot 27 december 2022, met de overweging dat er rust en stabiliteit voor de minderjarige moest komen en dat de achterliggende problematiek onderzocht moest worden. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 21 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/645246 / JE RK 22-2249
Datum uitspraak: 4 oktober 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2011 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. G.A.J. Purperhart, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats 1] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats 2] ,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI.

Het verdere procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 27 september 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de verklaring d.d. 29 september 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 4 oktober 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 4 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die ook apart is gehoord, bijgestaan door mr. G.A.J. Purperhart;
- de vader;
- de moeder;
- [persoon A] en [persoon B] namens de Raad;
- [persoon C] namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van Pluryn.
Bij beschikking van 27 september 2022 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot
27 december 2022. De kinderrechter heeft bij die beschikking ook een spoedmachtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 25 oktober 2022.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De Raad heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn grote zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van [voornaam minderjarige] in de thuissituatie. Hij onttrekt zich aan het gezag van de ouders en staat niet open voor hulpverlening. Op het moment van de crisissituatie is hij een gevaar geweest voor zowel zichzelf als voor anderen. Hij bevindt zich in risicovolle situaties waarvan hij de gevolgen niet kan overzien. Het is noodzakelijk dat [voornaam minderjarige] hulp krijgt. Het is van belang dat de achterliggende problematiek wordt onderzocht, zodat passende hulpverlening kan worden ingezet.

De standpunten van de belanghebbenden

De GI heeft zich tijdens de mondelinge behandeling aangesloten bij het verzoek van de Raad. Binnen het vrijwillig kader is getracht om passende hulpverlening in te zetten, maar dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Het crisisinterventieteam (hierna: het CIT) heeft daarom besloten om binnen het vrijwillig kader een geschikte groep voor [voornaam minderjarige] te zoeken. Gelet op de ontstane zorgen en onveiligheid op het moment van de uithuisplaatsing heeft het CIT een melding gemaakt bij de Raad. Op dit moment lijkt [voornaam minderjarige] zich goed te ontwikkelen op de gesloten groep. Hij wil graag terug naar huis, maar dat moet wel haalbaar zijn. Er is goed contact met de ouders en zij staan op één lijn. In de komende periode zal bekeken worden welke behandeling passend is voor [voornaam minderjarige] .
Namens [voornaam minderjarige] heeft mr. Purperhart zich gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter. [voornaam minderjarige] is slechts elf jaar oud en wordt ver uit zijn omgeving geplaatst. Er zijn grote zorgen over de gedragingen van [voornaam minderjarige] , maar [voornaam minderjarige] heeft zijn redenen waarom hij daartoe is gekomen. Er is onvoldoende onderzocht wat de alternatieven van een gesloten plaatsing zijn. Indien het verzoek wordt toegewezen dient de gesloten plaatsing zo kort mogelijk te duren. Een gesloten plaatsing is immers een ultimum remedium.
[voornaam minderjarige] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het door zijn vader komt dat hij soms verkeerde dingen doet.
De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling ingestemd met het verzoek van de Raad. De vader maakt zich ernstig zorgen over de veiligheid van [voornaam minderjarige] . Een gesloten plaatsing is op dit moment een veiligheid plek voor [voornaam minderjarige] .
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling eveneens ingestemd met het verzoek van de Raad. Ondanks dat zij het liefst wil dat [voornaam minderjarige] bij haar thuis woont, is het belangrijker dat [voornaam minderjarige] veilig is. Thuis of op een open groep is het niet mogelijk om zijn veiligheid te garanderen. De moeder heeft geen grip meer op [voornaam minderjarige] . In de afgelopen periode is hij meerdere keren weggelopen van school, waarbij de politie hem gezocht heeft. Ook loopt hij ’s avonds laat weg bij de vader. [voornaam minderjarige] wil graag bij de moeder wonen, omdat hij dan in de omgeving van zijn vriendjes is.

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er al langere tijd ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] vertoont zelfbepalend en agressief gedrag, hij loopt weg van huis en school en er zijn zorgen over de vrienden waarmee hij omgaat. Hij lijkt beïnvloedbaar en onderdeel uit te maken van een crimineel drugscircuit. Er zijn verschillende hulpverleners betrokken geweest, maar dit heeft tot onvoldoende resultaat geleid. Ambulante Spoed Hulp (ASH) heeft aangegeven dat de hulp die zij kunnen bieden niet ontoereikend is en de moeder kan de situatie niet langer aan. Op de dag van de spoeduithuisplaatsing vertoonde [voornaam minderjarige] zeer agressief gedrag richting de moeder en de hulpverleners en heeft hij stekende bewegingen met een mes gemaakt richting de medewerkers van het CIT. De politie is met zes man ter plaatse gekomen en heeft [voornaam minderjarige] meegenomen. Omdat de veiligheid van [voornaam minderjarige] en die van anderen in zijn omgeving niet langer gewaarborgd kon worden, is [voornaam minderjarige] met een spoedmachtiging van de kinderrechter in een gesloten jeugdzorginstelling geplaatst.
In de komende periode is het van belang dat er rust en stabiliteit voor [voornaam minderjarige] komt en dat hij zich veilig voelt. Daarna is het van belang dat de achterliggende problematiek van het gedrag van [voornaam minderjarige] wordt onderzocht, zodat er passende hulpverlening kan worden ingezet. Om te voorkomen dat [voornaam minderjarige] opnieuw zal weglopen, is een plaatsing binnen de strakke kaders en structuur van de gesloten groep noodzakelijk. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de periode van de voorlopige ondertoezichtstelling.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 27 december 2022.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2022 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 21 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.