In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 20 mei 2022, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], besproken. [naam kind], geboren in 2005, verblijft momenteel in een buurtgezin en heeft te maken met ernstige sociaal-emotionele problemen, waaronder depressieve gedachten en automutilatie. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld tot 10 juni 2022, maar de Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om verlenging voor een periode van twaalf maanden, tot 10 december 2022, om de noodzakelijke hulpverlening te waarborgen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 mei 2022, waarbij de moeder en haar advocaat niet aanwezig waren, heeft [naam kind] haar mening schriftelijk kenbaar gemaakt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over [naam kind] nog steeds aanwezig zijn en dat de doelen van de ondertoezichtstelling tot nu toe onvoldoende zijn behaald. De GI heeft aangegeven dat er gezocht wordt naar een geschikte plek voor [naam kind] waar zij kan werken aan haar geestelijke gezondheid en stabiliteit. De kinderrechter benadrukt het belang van het aangaan van hulpverlening en het contactherstel tussen [naam kind] en haar moeder.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 10 december 2022, in het belang van haar ontwikkeling en welzijn. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.