ECLI:NL:RBROT:2022:9013

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/643535 / JE RK 22-1993 en C/10/643563 / JE RK 22-2000
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking van de kinderrechter over de schriftelijke aanwijzing in een jeugdzorgzaak

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) aan de moeder van de minderjarige [naam kind01]. De moeder, [naam01], verzoekt de schriftelijke aanwijzing van de GI te laten vervallen, terwijl de GI verzoekt om bekrachtiging van deze aanwijzing en het opleggen van een dwangsom van € 50,00 per dag bij niet-nakoming.

De schriftelijke aanwijzing, gegeven op 11 augustus 2022, verplichtte [naam01] om medische gegevens van [naam kind01] te delen met de andere ouder, [naam02]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren op 2 september 2022, waarbij beide ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI op basis van artikel 1:263 van het Burgerlijk Wetboek een schriftelijke aanwijzing kan geven, maar dat dit niet kan worden opgelegd als een verplichting aan de ouder.

De kinderrechter oordeelt dat het niet delen van medische gegevens niet kan worden gezien als een gebrek aan medewerking aan de uitvoering van het plan voor de ondertoezichtstelling. Er zijn geen feiten die aantonen dat het delen van deze informatie noodzakelijk is om een bedreiging van de ontwikkeling van [naam kind01] weg te nemen. De kinderrechter benadrukt dat beide ouders de wettelijke verplichting hebben om belangrijke informatie over hun kind te delen en roept hen op om in het belang van [naam kind01] samen te werken. Uiteindelijk verklaart de kinderrechter de schriftelijke aanwijzing vervallen en wijst het verzoek van de GI af.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugd
Zaaknummer: C/10/643535 / JE RK 22-1993 en C/10/643563 / JE RK 22-2000
Datum uitspraak: 14 september 2022

Beschikking van de kinderrechter over de schriftelijke aanwijzing

in de zaken van

[naam01] ,

hierna te noemen: [naam01] , wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. B.V. Rafaela,
en

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt verder als belanghebbende aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen namens de moeder van 23 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 24 augustus 2022;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 24 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 24 augustus 2022.
Op 2 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld, gelijktijdig met de behandeling van het verzoekschrift betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling met zaaknummer C/10/641172 / JE RK 22-1607.
Verschenen zijn:
- [naam02] ;
- [naam01] , bijgestaan door mr. J. Dekker, waarnemend voor mr. Rafaela;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij [naam01] .
Bij beschikking van 4 augustus 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 1 oktober 2022. Het verzoek is voor het overige aangehouden.
De GI heeft op 11 augustus 2022 aan [naam01] een schriftelijke aanwijzing gegeven, luidende:
‘ [naam01] moet de medische gegevens, dat wil zeggen de gegevens van de huisarts en alle specialisten die [naam kind01] bezoekt, delen met [naam02] . Deze gegevens worden via de mail gedeeld, met de jeugdbeschermer in de cc. Deze mail moet voor 18 augustus 2022 verzonden zijn.’

De verzoeken

[naam01] verzoekt de schriftelijke aanwijzing van de GI geheel vervallen te verklaren.
De GI verzoekt bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing. Tevens wordt verzocht een dwangsom op te leggen van € 50,00 per dag dat de schriftelijke aanwijzing niet wordt nagekomen.

De standpunten

De GI heeft haar verzoek ter zitting als volgt toegelicht. Er is veel emailcontact geweest met [naam01] over het delen van de gegevens van de huisarts van [naam kind01] en mogelijke medisch specialisten die zij bezoekt. Beide ouders hebben het gezag over [naam kind01] en het is voor beide ouders belangrijk om te weten wie de huisarts van [naam kind01] is om de ouderrol op basis van gelijkwaardig ouderschap te kunnen vervullen. [naam01] wil deze informatie echter niet delen met de GI en [naam02] .
[naam01] is het niet eens met de schriftelijke aanwijzing. De schriftelijke aanwijzing is niet noodzakelijk. [naam01] is bereid om met [naam02] om tafel te gaan. [naam02] heeft echter nooit interesse gehad in de opvoedsituatie bij [naam01] thuis, terwijl dat andersom wel het geval is. De GI laat zich te veel leiden door [naam02] waardoor onnodig een schriftelijke aanwijzing wordt gegeven en juridische procedures worden gevoerd. [naam01] krijgt hierdoor geen rust. [naam kind01] staat ingeschreven bij [naam huisartsenpraktijk] en bezoekt geen medische specialisten, aldus [naam01] .
[naam02] heeft ter zitting aangegeven dat het noodzakelijk is dat zij als ouder beschikt over de medische gegevens van [naam kind01] en dat zij op de hoogte is van wat er op medisch vlak bij [naam kind01] speelt.

De beoordeling

De GI kan op grond van artikel 1:263, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) een schriftelijke aanwijzing geven ter uitvoering van haar taak betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemmen met, dan wel onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan voor de ondertoezichtstelling, of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreiging van de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de GI met de schriftelijke aanwijzing heeft getracht om [naam01] te bewegen tot het delen van medische informatie over [naam kind01] met de andere gezaghebbende ouder, [naam02] . Zoals de GI zelf aangeeft in de schriftelijk aanwijzing is [naam01] wettelijk verplicht deze informatie te delen met de andere gezaghebbende ouder. Het is echter niet ook een plicht die de GI haar kan opleggen in de vorm van een schriftelijke aanwijzing. Het niet delen van medische gegevens met de andere ouder kan als zodanig niet worden opgevat als het niet meewerken aan de uitvoering van het plan voor de ondertoezichtstelling. Daarnaast zijn er geen feiten of omstandigheden die maken dat het delen van deze informatie op dit moment noodzakelijk is om een concrete bedreiging van de ontwikkeling weg te nemen.
Het voorgaande neemt niet weg dat [naam01] de wettelijke verplichting heeft om deze informatie te delen met [naam02] . Ter zitting heeft [naam01] de betreffende informatie ook verschaft. Een ouder is verplicht om de ontwikkeling van de banden van het kind met de andere ouder te bevorderen. Het verschaffen van informatie omtrent belangrijke aangelegenheden met betrekking tot het kind draagt daaraan bij. Beiden ouders hebben immers op grond van artikel 1:247 BW de plicht en het recht om hun kind – gelijkwaardig – te verzorgen en op te voeden. Indien [naam01] niet aan haar plichten voldoet, is het aan [naam02] om daartegen (rechts)middelen aan te wenden. En vice versa. De kinderrechter spreekt de hoop uit dat de ouders het in het belang van [naam kind01] echter niet zover laten komen en elkaar in het vervolg goed op de hoogte houden van belangrijke aangelegenheden die [naam kind01] betreffen. De kinderrechter verwacht daarbij van de ouders een proactieve houding, omdat het niet de bedoeling is dat de GI zich daarin moet mengen en deze informatieverschaffing op zich neemt. Indien onduidelijkheid bestaat over wat er over en weer van elkaar mag worden verwacht, is het wenselijk dat de ouders daar, bijvoorbeeld met behulp van een ouderschapsplan, duidelijke afspraken over maken.
De kinderrechter zal het verzoek van de GI om de schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen en een dwangsom op te leggen gelet op het bovenstaande afwijzen en de schriftelijke aanwijzing vervallen verklaren.

De beslissing

De kinderrechter:
verklaart de schriftelijke aanwijzing van 11 augustus 2022 vervallen;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. Apeldoorn, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.