ECLI:NL:RBROT:2022:9014

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/641172 / JE RK 22-1607
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in een complexe gezinsstructuur met zorgen over loyaliteitsconflicten

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 1 oktober 2022, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om een verdere verlenging met een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind01] en hun advocaten aanwezig waren. De GI heeft ernstige zorgen geuit over de ontwikkeling van [naam kind01], die klem lijkt te zitten tussen haar ouders, [naam01] en [naam02]. Er zijn aanwijzingen van een loyaliteitsconflict en beginnende ouderverstoting, waarbij [naam kind01] zich gedwongen voelt om beide ouders tevreden te stellen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om constructief met elkaar te communiceren, wat de ontwikkeling van [naam kind01] bedreigt. Ondanks de bereidheid van beide ouders om deel te nemen aan een hulpverleningstraject, is er geen vertrouwen in een oplossing zonder de betrokkenheid van de GI. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 1 september 2023 en het verzoek om een bijzondere curator af te wijzen, omdat het huidige traject bij Enver voldoende ruimte biedt voor [naam kind01] om haar stem te laten horen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugd
Zaaknummer: C/10/641172 / JE RK 22-1607
Datum uitspraak: 14 september 2022

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: [naam01] , wonende te [woonplaats01]
,

[naam02] ,

hierna te noemen: [naam02] , wonende te [woonplaats02] ,
advocaat: mr. B.V. Rafaela.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 4 augustus 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de pleitnota met producties van mr. J. Dekker (waarnemend voor mr. B.V. Rafaela) van 1 september 2022, ingekomen bij de griffie op 1 september 2022;
- de brief van [naam01] , ter zitting verspreid.
Op 2 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld, gelijktijdig met de behandeling van de verzoekschriften omtrent een schriftelijke aanwijzing met zaaknummers C/10/643535 / JE RK 22-1993 en C/10643563 / JE RK 22-2000.
Verschenen zijn:
- [naam01] ;
- [naam02] , bijgestaan door mr. J. Dekker;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij [naam02] .
Bij beschikking van 4 augustus 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 1 oktober 2022. Het verzoek is voor het overige aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen met voor de duur van een jaar. Van dit verzoek resteert de periode tot 1 september 2023.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI maakt zich ernstige zorgen om [naam kind01] omdat één van de ouders niet in haar ouderrol wordt erkend. Er lijkt sprake te zijn van een loyaliteitsconflict en er zijn zelfs zorgen over beginnende ouderverstoting. [naam kind01] heeft in gesprek met de jeugdbeschermer aangegeven dat zij last heeft van de ruzies tussen haar ouders en dat zij bij haar beide mama’s wil zijn. [naam kind01] zit klem tussen haar moeders en wil hen graag allebei tevreden stellen. Er wordt een goede gehechtheidsrelatie gezien tussen [naam kind01] en beide moeders. [naam kind01] houdt van haar beide moeders, maar krijgt daarvoor van [naam02] geen emotionele toestemming. De GI is van mening dat er bij [naam02] iets moet veranderen. Het zou helpend zijn als zij hulp voor zichzelf accepteert en leert om op een andere manier met de situatie om te gaan. Hoewel de GI blij is dat [naam02] meewerkt met het hulpverleningstraject van Enver, komt het gesprek inhoudelijk moeilijk op gang. Dit komt mede doordat de advocaat bij gesprekken aanwezig is. De GI hoopt dat het traject solo parallel ouderschap bij Enver uiteindelijk zorgt voor rust en duidelijkheid in de verwachtingen van de ouders naar elkaar toe. De GI is bang dat als deze situatie voortduurt dat [naam kind01] zal voelen te moeten kiezen tussen haar moeders en verder zal lijden onder de situatie. Desgevraagd heeft de GI aangegeven het niet in het belang van [naam kind01] te vinden om voor haar een bijzondere curator te benoemen. Het zou betekenen dat er nog een nieuw persoon betrokken raakt waar [naam kind01] mee in gesprek moet gaan. In het traject dat nu bij Enver is gestart is er juist ruimte voor [naam kind01] om haar stem te laten hoor en het is dan ook belangrijk dat de ouders haar die gelegenheid geven. Enver is een onafhankelijke partij en de medewerkers zijn getraind in het op passende wijze betrekken van kinderen in het traject.

De standpunten

Door en namens [naam02] is ter zitting verzocht het verzoek van de GI af te wijzen dan wel de duur van de verlenging van de ondertoezichtstelling te beperken tot zes maanden. [naam02] staat achter het traject bij Enver en is bereid om met [naam01] om de tafel te gaan. Als het traject wordt afgerond en er duidelijke afspraken worden gemaakt kan dit voldoende zijn en kan over een half jaar de situatie opnieuw worden beoordeeld. [naam02] heeft enorm veel liefde voor [naam kind01] en zij heeft als biologische moeder een heel sterke band met haar. [naam02] heeft jarenlang met liefde en vertrouwen geprobeerd om gezamenlijk ouderschap op te bouwen met [naam01] , maar dat blijkt niet haalbaar. [naam01] heeft nooit interesse gehad in de opvoedsituatie bij [naam02] thuis, terwijl dat andersom wel het geval is. De situatie zou verbeteren als de juridische procedures stoppen en [naam02] wordt gerespecteerd door de GI en [naam01] . De GI speelt met het leven van [naam02] en [naam kind01] en baseert de rapportages op onwaarheden.
[naam kind01] is een sterk meisje dat zich wil ontwikkelen, maar zij wordt door de situatie geremd in haar ontwikkeling. Zo wil [naam kind01] in de weekenden vaker bij [naam02] zijn. [naam kind01] vindt de betrokkenheid vanuit de jeugdbescherming niet fijn en ook [naam02] wordt onder druk gezet om de inzet van bijvoorbeeld KIES-training te accepteren. [naam02] betwist dat er sprake is van een loyaliteitsconflict en dat de spanningen bij [naam kind01] worden veroorzaakt door de strijd tussen de ouders. De spanningen bij [naam kind01] zouden ook een andere oorzaak kunnen hebben. Namens de moeder wordt daarom verzocht om een bijzondere curator te benoemen, zodat [naam kind01] met een neutrale partij in gesprek kan gaan. [naam02] heeft geen vertrouwen meer in de jeugdbescherming. De GI luistert niet naar [naam02] .
[naam01] staat achter het verzoek van de GI. De situatie tussen de ouders is het afgelopen jaar verslechterd, maar [naam01] is bang dat de situatie zonder betrokkenheid van de GI nog slechter zal worden. De vicieuze cirkel zal doorbroken moeten worden. Het doet [naam01] pijn dat er vanuit de zijde van [naam02] wordt benadrukt dat zij de adoptiemoeder is en niet de biologische moeder. [naam01] heeft het gevoel dat zij in de ogen van de andere moeder geen ouder van [naam kind01] is en is bang dat dit zo ook wordt geventileerd naar [naam kind01] . Zo knuffelt [naam kind01] haar niet zodra zij bij haar in de auto stapt en [naam02] nog in de buurt is, maar zodra zij de hoek om zijn doet [naam kind01] dat wel. Ook lijkt [naam kind01] bij [naam02] alleen te spreken over negatieve of minder leuke dingen die gebeurd zouden zijn bij [naam01] en niet over de leuke dingen. Zolang [naam01] niet als ouder wordt gezien door [naam02] zal [naam kind01] klem blijven zitten tussen haar ouders. Het betreurt [naam01] dat de situatie dusdanig is geëscaleerd dat solo parallel ouderschap moet worden ingezet, maar dat kan mogelijk wel zorgen voor de nodige rust. Het is nodig dat duidelijke afspraken worden gemaakt.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind01] nog ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind01] wordt steeds meer belast met de onrust die de voortdurend strijd en gebrekkige communicatie tussen de ouders met zich meebrengt. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren en afspraken te maken in het belang van [naam kind01] . Er lijkt sprake te zijn van een loyaliteitsconflict en de GI heeft zorgen over een beginnende ouderverstoting. Door de GI wordt gezien dat [naam02] in toenemende mate [naam kind01] belast met een negatieve houding
ten opzichte van [naam01] . In de beleving van [naam02] heeft [naam kind01] geen twee moeders, maar één moeder. [naam kind01] voelt hierdoor niet de vrijheid om in het bijzijn van beide ouders te laten zien dat zij van haar beide ouders houdt. [naam kind01] lijkt zich aan te passen aan de opvoedsituatie waarin zij zich op dat moment bevindt en te zeggen wat zij denkt dat die ouder wil horen. [naam kind01] komt op die manier niet toe aan een gezonde leeftijdsadequate ontwikkeling. Het moet worden voorkomen dat [naam kind01] (verder) in een loyaliteitsconflict raakt en klem en verloren zal raken in de strijd tussen de ouders.
Gelet op de langdurige strijd die de ouders voeren en het grote wederzijdse wantrouwen dat inmiddels is ontstaan, is er allerminst de verwachting dat zij zonder hulp van de jeugdbescherming en in het vrijwillig kader uit hun strijd zullen komen en de situatie in het belang van [naam kind01] ten goede kunnen keren. [naam02] heeft geen vertrouwen in de GI en lijkt in plaats van de samenwerking juist de strijd met de GI aan te gaan. Dat bemoeilijkt het zetten van stappen en het werken aan de doelen van de ondertoezichtstelling.
De ondertoezichtstelling verloopt moeizaam en de GI heeft zich genoodzaakt gezien verschillende schriftelijke aanwijzingen aan [naam02] te geven, onder andere met betrekking tot het nakomen van de zorgregeling. De GI is er om de belangen van [naam kind01] te waarborgen en spreekt de moeder in dat kader aan om haar verantwoordelijkheden als moeder van [naam kind01] na te komen. De kinderrechter heeft er begrip voor dat [naam02] rust wil en gerespecteerd wil worden, maar dat zal voor [naam01] en de GI niet anders zijn. Er gaat nu te veel tijd en energie verloren aan de strijd met [naam01] en de GI, terwijl het in het belang van [naam kind01] zo hard nodig is dat de situatie gaat veranderen. Als de situatie blijft voortduren en verbetering uitblijft, is het niet uitgesloten dat wijziging in de bestaande woonsituatie van [naam kind01] en/of de gezagsituatie uiteindelijk noodzakelijk is om een doorbraak te forceren.
Het is positief dat beide ouders hebben aangegeven achter het traject voor solo parallel ouderschap bij Enver te staan en met elkaar tot afspraken willen komen. Het is van groot belang dat de ouders hiervoor gemotiveerd blijven, ook op de momenten dat het tegenzit, en deze kans met beide handen aangrijpen om voor [naam kind01] en henzelf rust te creëren. Binnen het traject van Enver zal er ook ruimte zijn voor de stem van [naam kind01] en kan zij dus bij een neutrale partij haar verhaal vertellen. Het is belangrijk dat beide ouders haar die gelegenheid bieden. De kinderrechter ziet gelet op het traject bij Enver geen aanleiding voor de benoeming van een bijzondere curator voor [naam kind01] en zal dit verzoek daarom afwijzen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind01] daarom verlengen voor de restende duur van het verzoek (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 1 september 2023;
wijst af het verzoek tot het benoemen van een bijzondere curator;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. Apeldoorn, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.