ECLI:NL:RBROT:2022:9038
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Schorsing van executie in huurgeschil met belangenafweging voor huurder
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2022, is er een mondeling vonnis uitgesproken in een executiegeschil. De eiser, vertegenwoordigd door mr. A.F.I. Derby, had een schorsing van de executie van een eerder vonnis aangevraagd, waarin hij was veroordeeld tot ontruiming van de gehuurde woonruimte. De ontruiming was gepland op 20 oktober 2022, maar de eiser stelde dat zijn belangen zwaarder wogen dan die van de gedaagde, die de ontruiming wilde doorzetten. De kantonrechter heeft de belangen van de huurder, die met drie minderjarige kinderen op straat zou komen te staan, zwaarder laten wegen dan de belangen van de gedaagde partij, een bedrijf dat de huurovereenkomst met de eiser had. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke misslag in het eerdere vonnis en dat de vordering van de eiser om de executie te schorsen gegrond was. De schorsing werd echter onder de voorwaarde gesteld dat de eiser tijdig hoger beroep zou instellen. Indien dit niet zou gebeuren, zou de schorsing vervallen en zou de gedaagde weer bevoegd zijn om tot executie over te gaan. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.