Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 december 2021, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met bijlagen;
- de brief van de rechtbank van 17 maart 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met bijlagen.
2..De feiten
- een deel van kavels 1 en 2 is ernstig verontreinigd met barium, koper, lood en/of zink;
- gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten worden gesaneerd;
- de toplaag van de bodem is licht verontreinigd met PFOA, maar er worden geen risicowaarden (wonen met moestuin) benaderd.
3..Het geschil
in conventie
- € 34.185,40 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- € 2.880,00 aan misgelopen verkoopopbrengst grond, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- € 1.116,85 aan buitengerechtelijke kosten;
- de proceskosten.
4..De beoordeling
Alle kosten t.a.v. grondsanering /zuiveren grondwater /afvoeren van vervuilde grond zijn voor rekening van verkoper, incl. begeleidingskosten”. I&T voert hiertegen aan dat artikel 11 alleen betrekking heeft op het saneren van de grond zoals is vermeld in het rapport van Dordrecht Research van 4 maart 2019. De rechtbank komt tot het oordeel dat de uitleg die [naam eiseres] geeft aan artikel 11 aannemelijk is en dat zij dus mocht verwachten dat de kosten voor de afvoer van vervuilde overtollige grond voor rekening van I&T zouden komen. Dit wordt hierna uitgelegd.
3 april 2019 [4] staat: “
Bodemonderzoek t.a.v. grondkwaliteit moet nog aangeleverd worden. Tevens is het uitgangspunt om met een gesloten grondbalans te werken. Er wordt dus geen grond aan- en/of afgevoerd […]”. [naam eiseres] voert weliswaar aan dat zij op dat moment nog geen partij was bij deze besprekingen, maar de kennis van [naam 1] kan ook worden toegerekend aan [naam eiseres], van welk bedrijf [naam 1] immers ook (indirect) directeur is. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 september 2022 heeft [naam 1] verklaard dat bij het uitgraven van een fundering grond vrijkomt en dat de eigenaar van de bouwkavel bepaalt wat er met deze grond moet gebeuren. Gebruikelijk is dat de grondeigenaar zorgt voor de afvoer van eventuele overtollige grond en dat de kosten voor diens rekening komen, aldus [naam 1]. Een ‘gesloten grondbalans’ betekent dus niet dat er geen sprake zal zijn van overtollige grond, maar slechts dat de grondeigenaar verantwoordelijk is voor eventuele grond die overblijft. [naam 2] heeft tijdens de mondelinge behandeling bevestigd dat de afvoer van eventueel overtollige grond bij een bouwproject in beginsel voor rekening en risico van de grondeigenaar/projectontwikkelaar is. Op het moment van de besprekingen in februari en april 2019 was I&T grondeigenaar en projectontwikkelaar en [naam bedrijf 1] de beoogd bouwer. De overeengekomen gesloten grondbalans had dus betrekking op deze situatie.
8 september 2021. Uit de begeleidingsbrief van Grondbalans kan worden afgeleid dat [naam bedrijf 3] op 3 september 2021 in totaal 288 m3 grond heeft vervoerd naar de Grondbank Dordrecht. [naam eiseres] licht toe dat dit bedrijf de grond heeft vervoerd in opdracht van haar onderaannemer [naam bedrijf 2] Dit bedrijf heeft voor deze werkzaamheden in totaal een bedrag van € 29.565,14 aan [naam eiseres] in rekening gebracht, zo blijkt uit haar factuur van 8 september 2021, inclusief de kosten voor de opslag van de grond. Op de factuur staat weliswaar ‘tijdelijke opslag’ maar gelet op het feit dat het om dezelfde hoeveelheid grond gaat, die op dezelfde dag is afgevoerd, gaat de rechtbank ervan uit dat dit de (vooralsnog) definitieve opslag bij de Grondbank betreft. I&T betwist niet dat zij ook de begeleidingskosten aan [naam eiseres] is verschuldigd. [naam eiseres] heeft verder voldoende onderbouwd dat het noodzakelijk was een V&G plan op te stellen, gelet op de vervuiling van de grond met PFOA. I&T voert nog aan dat uit de codering op het begeleidingsformulier kan worden afgeleid dat sprake was van tijdelijke opslag zonder milieukundige noodzaak, maar uit het e-mailbericht van Grondbalans van 18 augustus 2022 [7] kan worden afgeleid dat de code die is vermeld op het begeleidingsformulier juist is. I&T toont in ieder geval niet aan dat de kosten die [naam eiseres] van haar eist, niet zijn gemaakt of onnodig waren.
€ 253,29 aan explootkosten en € 563,- voor salaris advocaat (1 rekest x € 563,-).
€ 1.442,00(2 punten x € 721,- tarief)
De kosten van de bouw weg incl. infra ter hoogte van de overige 3 kavels tot aan de aansluiting met nieuw aan te leggen ontsluitingsweg door de gemeente, is voor rekening van ontwikkelaar”. Artikelen 15 (“
Ontwikkelaar draagt zorg voor alle benodigde Infra voorzieningen in het aan te kopen perceel”) en 16 (“
Ontwikkelaar draagt zorg voor alle benodigde overleggen met gemeentelijke instanties alsook alle NUTS bedrijven en overige overheidsinstanties”) ondersteunen deze stelling, aldus I&T. [naam eiseres] bestrijdt dit en stelt zich op het standpunt dat de kosten van de gemeente vallen onder artikel 8 waarin staat: “
Verkoper draagt zorg voor alle verdere financiële afwikkelingen met de partijen waarbij zij in het verleden afspraken mee heeft gemaakt en overeenkomsten heeft gesloten”. De rechtbank is van oordeel dat de kosten van de gemeente op grond van de overeenkomst voor rekening van I&T komen, zoals hierna wordt uitgelegd.
Verkoper draagt zorg voor alle verdere financiële afwikkelingen met de partijen waarbij zij in het verleden afspraken mee heeft gemaakt en overeenkomsten heeft gesloten”. I&T heeft de afspraken over de direct toerekenbare kosten met de gemeente gemaakt ruim voordat [naam eiseres] in beeld was als projectontwikkelaar en deze afspraken en kosten vallen dus onder artikel 8 van de overeenkomst. Dit betekent dat [naam eiseres] deze kosten niet aan I&T hoeft te betalen en dat de eis van I&T wordt afgewezen.
5..De beslissing
3 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling;