In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan over de verzoeken van de moeder om de ondertoezichtstelling van haar kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], te verlengen en om de zorgregeling te wijzigen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. V. de Roo, verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar te bepalen en de zorgregeling te wijzigen, zodat de kinderen vaker bij haar zouden verblijven. De vader en de GI (Gecertificeerde Instelling) waren tegen deze verzoeken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen al geruime tijd bij de vader en de stiefmoeder wonen en dat er weinig tot geen verandering is in de relatie tussen de kinderen en de moeder. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het niet in het belang van de kinderen is om de ondertoezichtstelling te verlengen, omdat de GI niet in staat is gebleken om de situatie te verbeteren en de ouders niet in staat zijn om samen te werken. De verzoeken van de moeder zijn afgewezen, omdat de huidige situatie schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat het contact tussen de kinderen en de moeder behouden blijft, maar dat een wijziging van de hoofdverblijfplaats niet wenselijk is.