In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2022, gaat het om een geschil tussen ex-partners over de (her)verdeling van de koopsom van een woning en regresvorderingen wegens eigenaarslasten. De eiser, vertegenwoordigd door mr. H.J. Ruysendaal, vordert een betaling van € 21.460,73 van de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. S. Kandemir. De partijen hebben samen een woning gekocht en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de hypothecaire lening en de bijbehorende lasten. Na de verkoop van de woning in december 2021, waarbij een overwaarde van € 18.566,85 resteerde, zijn er geschillen ontstaan over de verdeling van deze overwaarde en de betaling van de lasten door de gedaagde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser recht heeft op teruggave van een bedrag van € 6.529,01 dat hij uit eigen vermogen heeft betaald bij de aankoop van de woning. Daarnaast heeft de rechter geoordeeld dat de gedaagde ook verantwoordelijk is voor de helft van de hypotheeklasten en VvE-bijdragen, die de eiser volledig heeft betaald. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het bedrag dat zij te veel heeft ontvangen uit de overwaarde van de woning. De beslissing over de energiekosten en de persoonlijke lening is aangehouden, omdat partijen zich hierover nog moeten uitlaten. De zaak wordt voortgezet op 24 november 2022, waar de eiser zich moet uitlaten over een eventueel belastingvoordeel.