Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaardingen met 8 producties,
- de conclusie van antwoord met productie,
- de brief van de rechtbank van 9 juli 2021, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een zitting,
- de brief van de rechtbank van 12 augustus 2021 met de zittingsagenda,
- productie 9 van Zuiderduin c.s., toegezonden bij brief van 7 september 2021,
- de mondelinge behandeling op 22 september 2021,
- de spreekaantekeningen van Zuiderduin c.s.,
- de spreekaantekeningen van NN c.s..
2..De feiten
cursiefzijn weergegeven is in dit artikel een begripsomschrijving opgenomen.
zakelijk belangtegen schade als vermeld in artikel 2.1.1 en 2.1.2 indien en voor zover de schade het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.
de brutowinst- onder aftrek van de eventuele besparingen - van het op het polisblad omschreven bedrijf van verzekerde, die gedurende de
schadevergoedingstermijnis opgetreden, als gevolg van schade aan of verlies van de gevaarsobjecten tijdens de duur van deze verzekering ontstaan, veroorzaakt door de in artikel 2.2. genoemde gevaren/gebeurtenissen, ongeacht of deze gevaren/gebeurtenissen zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van het gevaarsobject.
EXTRA KOSTEN(BEDRIJFSSCHADE)
3..Het geschil
4..De beoordeling
tevensin de zin “
Deze verzekering dekt tevens extra bedrijfskosten, tot een maximum bedrag van € 100.000,00 per gebeurtenis en per locatie”
.Uit de polisdocumentatie, waaronder de aan het polisblad gehechte specificatie, blijkt dat de locaties van Zuiderduin c.s. verzekerde locaties onder de polis zijn, dat er voor Zuiderduin, Golfzang en Hoge Duin een bedrijfsschadedekking is uitgenomen en dat per locatie ook premie is berekend.
“indien het bedrijf tijdelijk geheel of gedeeltelijk in opdracht van het bevoegd openbaar gezag moet worden gesloten, als gevolg van: Besmettelijke ziektes”ook niet, dat het gaat om een uitbraak van een besmettelijke ziekte op de betreffende locatie. Voldoende is dat het bedrijf op last van het bevoegd gezag moet worden gesloten en dat die noodzaak tot sluiting het gevolg is van een besmettelijke ziekte. Het besluit is, naar vast staat, genomen in het kader van de COVID-19 pandemie. De noodzaak tot sluiting is dan ook een (rechtstreeks) gevolg van de besmettelijke ziekte in de zin van de clausule.
“€ 100.000,00 per gebeurtenis en per locatie”. Over de uitleg van deze bepaling en de toepassing van het eigen risico van € 2.500,00 verschillen partijen van mening. Daarbij twisten partijen over de vraag of de (gedeeltelijke) sluitingen van de drie hotels op grond van het besluit als één gebeurtenis of als drie gebeurtenissen moet(en) worden aangemerkt, de toepassing van het eigen risico en de vraag welke extra bedrijfskosten door de (clausule in de) polis worden gedekt.
een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben.Naar het oordeel van de rechtbank, dat op dit punt afwijkt van het voorlopig oordeel ter zitting, leidt de serieschadeclausule ertoe dat weliswaar sprake is van drie verzekerde voorvallen, maar van één gebeurtenis in de zin van de polis. De rechtbank baseert dit op het volgende.
“extra bedrijfskosten (…) voor het verlies van exploitatiekosten”moet worden verstaan schade bestaande uit (i) extra bedrijfskosten die worden gemaakt vanwege (ii) een al dan niet gedeeltelijke sluiting van het bedrijf als gevolg van één van de vier omschreven gevaren. Alleen de post personeelskosten komt voor dekking in aanmerking.
- dagvaardingen € 171,62 (2x € 85,81)
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat