In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind01], geboren in 2005. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.F.M. den Hollander, en de ouders telefonisch aanwezig waren. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft op 4 oktober 2022 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging om [naam kind01] in een gesloten accommodatie op te nemen voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is gedaan omdat er nog geen passende vervolgplek voor de minderjarige is gevonden, ondanks de inspanningen van de jeugdbeschermer.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] momenteel verblijft in een gesloten jeugdhulpinstelling en dat er bij hem sprake is van forse emotieregulatieproblematiek. De ouders hebben aangegeven dat zij het belangrijk vinden dat er een vervolgplek voor hun kind wordt gevonden, maar de situatie is nog steeds ongewijzigd ten opzichte van de eerdere beschikking van 11 juli 2022. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind01] zich aan de jeugdhulp onttrekt en om zijn veiligheid en welzijn te waarborgen.
De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 18 oktober 2022 tot 18 januari 2023. Tevens is er aandacht gevraagd voor de behoefte van [naam kind01] aan scholing en het oefenen met vrijheden, ter voorbereiding op een eventuele overstap naar een andere instelling. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 oktober 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden.