ECLI:NL:RBROT:2022:9357

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
C/10/645534 / JE RK 22-2287
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind01], geboren in 2005. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.F.M. den Hollander, en de ouders telefonisch aanwezig waren. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft op 4 oktober 2022 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging om [naam kind01] in een gesloten accommodatie op te nemen voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is gedaan omdat er nog geen passende vervolgplek voor de minderjarige is gevonden, ondanks de inspanningen van de jeugdbeschermer.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] momenteel verblijft in een gesloten jeugdhulpinstelling en dat er bij hem sprake is van forse emotieregulatieproblematiek. De ouders hebben aangegeven dat zij het belangrijk vinden dat er een vervolgplek voor hun kind wordt gevonden, maar de situatie is nog steeds ongewijzigd ten opzichte van de eerdere beschikking van 11 juli 2022. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind01] zich aan de jeugdhulp onttrekt en om zijn veiligheid en welzijn te waarborgen.

De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 18 oktober 2022 tot 18 januari 2023. Tevens is er aandacht gevraagd voor de behoefte van [naam kind01] aan scholing en het oefenen met vrijheden, ter voorbereiding op een eventuele overstap naar een andere instelling. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 oktober 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/645534 / JE RK 22-2287
datum uitspraak: 12 oktober 2022

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2005 te [woonplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] .

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 4 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 4 oktober 2022;
- de instemmende verklaring d.d. 10 oktober 2022 van een gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 12 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind01] , bijgestaan door mr. A.F.M. den Hollander,
- de moeder (telefonisch),
- de vader, [naam02] , als informant,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam03] .
Aangezien de ouders de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig zijn, maar wel de Somalische taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van mw. [naam04] , tolk in de Somalische taal.
De tolk heeft, alvorens haar taak aan te vangen, op de bij wet voorgeschreven wijze, de belofte afgelegd dat zij haar taak naar haar geweten zal vervullen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind01] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling [naam instelling01] .
Bij beschikking van 11 juli 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 1 juli 2023 en is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 18 oktober 2022.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.

De standpunten

De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Sinds de huidige jeugdbeschermer is betrokken, vinden er elke twee weken gesprekken plaats met alle betrokkenen. Er zijn diverse aanmeldingen gedaan bij diverse zorgaanbieders voor een passende vervolgplek voor [naam kind01] . Tot op heden is er nog geen plek gevonden, omdat er jarenlange wachtlijsten zijn, omdat de problematiek van [naam kind01] te complex is of omdat de screening nog niet is afgerond. Bij [naam kind01] is sprake van forse emotieregulatieproblematiek. In het verleden heeft hij zelfdestructief en agressief gedrag vertoond, maar dit heeft hij de laatste maanden niet laten zien. In de afgelopen periode hebben er wel incidenten plaatsgevonden bij [naam instelling01] , maar de situatie is niet dermate geëscaleerd dat [naam kind01] agressief werd. [naam kind01] doet erg zijn best en wil graag doorgeplaatst worden naar een open setting. Vanwege de complexe problematiek en de intensieve begeleiding die [naam kind01] nodig heeft, is een Wlz-bed (Wet langdurige zorg) nodig. Zolang er geen passende vervolgplek gevonden is, is [naam kind01] gebaat bij de vertrouwde omgeving die hij nu heeft binnen [naam instelling01] . Het is niet wenselijk dat [naam kind01] in een crisisopvang terechtkomt of op verschillende plekken moet verblijven waar hij mogelijk overvraagd of overprikkeld raakt, aangezien daardoor de kans op een terugval groter zal zijn. De GI doet haar best om een vervolgplek te vinden voor [naam kind01] . De Kinderombudsman is al benaderd en de GI zal ook het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de zaak betrekken.
Namens [naam kind01] heeft de advocaat naar voren gebracht dat het van groot belang is dat er een vervolgplek wordt gevonden voor [naam kind01] . [naam kind01] gaat nu al geruime tijd niet naar school en ontvangt geen behandeling binnen [naam instelling01] . Hij zit aan zijn ontwikkelplafond en komt niet verder. De advocaat verzet zich niet tegen het huidige verzoek, maar heeft benadrukt dat bij de volgende zitting een verblijf van [naam kind01] binnen een andere setting serieus moet worden overwogen.
De vader heeft aangegeven dat hij het belangrijk vindt dat [naam kind01] naar school gaat er dat er aan zijn ontwikkeling gewerkt wordt.
De moeder heeft naar voren gebracht dat [naam instelling01] al veel heeft gedaan om een plek voor [naam kind01] te vinden. De moeder ziet dat [naam kind01] in zijn ontwikkeling vooruit is gegaan en vindt het van belang dat er een plek in een open setting voor hem wordt gevonden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de situatie ten opzichte van de beschikking van de kinderrechter van 11 juli 2022 op het eerste gezicht nog nauwelijks veranderd is, in die zin dat er nog altijd g een passende vervolgplek is gevonden voor [naam kind01] . Gebleken is wel dat de jeugdbeschermer haar uiterste best doet om deze plek te vinden. Er vinden regelmatig gesprekken plaats met alle betrokkenen en [naam kind01] wordt aangemeld bij alle mogelijke zorgaanbieders.
Hoewel er zeker een vooruitgang te zien is in de ontwikkeling van [naam kind01] , is er bij hem nog altijd sprake van gedragsproblematiek. [naam kind01] heeft moeite met het reguleren van zijn emoties, zeker wanneer hij iets niet of onvoldoende begrijpt. [naam kind01] heeft structuur en intensieve begeleiding nodig, welke hij op dit moment ervaart binnen de gesloten setting van [naam instelling01] .
De kinderrechter stelt vast dat de GI alles in het werk lijkt te stellen om een goede vervolgplek voor [naam kind01] te vinden. Een tussentijdse overplaatsing naar bijvoorbeeld een crisisopvang wordt terecht niet in zijn belang geacht. Het risico op een terugval in slecht gedrag is te groot wanneer [naam kind01] terechtkomt op een plek waar hij niet de zorg en begeleiding krijgt die hij nodig heeft. Nu er nog geen passende vervolgplek is gevonden voor [naam kind01] , ziet de kinderrechter gelet op de veiligheid en het welzijn van [naam kind01] geen andere mogelijkheid dan toewijzing van het onderhavige verzoek. De kinderrechter zal daarom de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van drie maanden.
Wanneer op een volgende zitting blijkt dat er nog altijd geen passende vervolgplek is gevonden, dient voorafgaand aan de zitting inzichtelijk gemaakt te worden welke plaatsingen onderzocht zijn en waarom het niet is gelukt om [naam kind01] hier te plaatsen. Daarnaast moet er in de komende drie maanden aandacht te zijn voor de behoefte van [naam kind01] om te oefenen met vrijheden, aangezien dit in ieder geval nodig is voor een overstap naar een andere instelling, en voor de behoefte aan scholing van [naam kind01] , passend bij zijn ambitie en wat hij aankan. Tot slot is gebleken dat [naam kind01] zich grote zorgen maakt om zijn perspectief na zijn achttiende verjaardag en dient ook hier aandacht voor te zijn. Dat moet ook met [naam kind01] besproken worden

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 18 oktober 2022 tot 18 januari 2023 betreffende de minderjarige [naam kind01] .
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.