ECLI:NL:RBROT:2022:949
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire
Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares die als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire is aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewindvoerder op 19 april 2021 verslag heeft uitgebracht over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling en dat er geen publieke schuldeisers zijn. De bewindvoerder heeft ook bevestigd dat het boedelsaldo toereikend is om de vorderingen te voldoen. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak pro forma aangehouden op 9 juli 2021, omdat de schuldenares zich nog wilde beraden over de wijze van beëindiging van de regeling.
In januari 2022 heeft de bewindvoerder een brief van de Belastingdienst ontvangen waarin de goedkeuring van een aanvraag tot compensatie op basis van het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject werd bevestigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat alle vorderingen zijn voldaan en dat de schuldenares instemt met de beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet. De rechtbank heeft vervolgens de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld.
De rechtbank heeft in haar beslissing het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 3.313,78, inclusief onkosten en omzetbelasting, en een extra vergoeding van € 657,03 vastgesteld conform het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Roos-van Toor en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.