ECLI:NL:RBROT:2022:950

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
10 februari 2022
Zaaknummer
20.381 FT RK
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire

Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares die door de Belastingdienst is aangemerkt als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. De bewindvoerder, M. Klarenbeek, had op 17 december 2021 een verzoek ingediend op basis van artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet. Dit verzoek was onderbouwd met een goedgekeurde aanvraag tot compensatie van de Belastingdienst, evenals bevestigingen van kwijtschelding door publieke schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat het boedelsaldo voldoende was om de vorderingen te voldoen, en de rechter-commissaris had toestemming verleend voor betaling van deze vorderingen. Op 24 januari 2022 heeft de bewindvoerder aangetoond dat alle vorderingen zijn voldaan, en zowel de bewindvoerder als de schuldenares hebben afgezien van het recht om te worden gehoord. De rechtbank heeft vervolgens de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder a van de Faillissementswet. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.383,50, met een extra vergoeding van € 657,03 conform het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Roos-van Toor en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
tussentijdse beëindiging
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 10 februari 2022
Bij vonnis van deze rechtbank van 14 mei 2020 is de toepassing van de
schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam]
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenares,
bewindvoerder: M. Klarenbeek.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft op 17 december 2021 een verzoek ex artikel 350 lid 3 sub a Faillissementswet ingediend. Daarbij heeft zij onder meer een brief van de Belastingdienst gevoegd waaruit blijkt dat de bewindvoerder bij de Belastingdienst een aanvraag tot compensatie heeft ingediend gebaseerd op het ‘Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject’ (Besluit van 28 mei 2021, nr. 2021-103575) en dat de Belastingdienst deze aanvraag heeft goedgekeurd. Verder heeft de bewindvoerder bevestigd dat de publieke schuldeisers kwijtschelding hebben verleend. Ten aanzien van een niet-geverifieerde schuld aan CashControl inzake Kinderopvang Het Paleisje Maasterras een publieke schuld aan de Regionale Belasting Groep heeft de Belastingdienst een aanvullende compensatie aan de boedel toegekend. De bewindvoerder heeft bericht dat het boedelsaldo toereikend is om de vorderingen, ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, te kunnen voldoen.
De rechter-commissaris heeft aan de bewindvoerder toestemming verleend om tot betaling van de vorderingen over te gaan.
Bij bericht van 24 januari 2022 heeft de bewindvoerder aangetoond dat alle vorderingen zijn voldaan.
De bewindvoerder en schuldenares hebben afgezien van het recht om te worden gehoord.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat schuldenares door de Belastingdienst is aangemerkt als gedupeerde van de kinderopvangtoeslag-affaire.
Verder stelt de rechtbank vast dat de vorderingen, ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover niet kwijtgescholden, zijn voldaan. De toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder a van de Faillissementswet.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling;
- stelt het salaris van de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op een bedrag van € 3.383,50;
- stelt conform het ‘Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject’ van de Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2021 (in werking getreden op
2 juni 2021), de extra vergoeding voor de bewindvoerder vast op € 657,03, inclusief omzetbelasting.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van
A. Vervoorn, griffier, in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2022. [1]