ECLI:NL:RBROT:2022:951
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire
Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares, die door de Belastingdienst is aangemerkt als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewindvoerder op 22 maart 2021 verslag heeft uitgebracht over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling en dat de schuldenares de voorkeur heeft gegeven aan beëindiging op grond van artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet. De rechtbank heeft de uitspraak aangehouden in afwachting van bevestiging van de bewindvoerder dat de vorderingen zijn voldaan. Op 25 oktober 2021 heeft de bewindvoerder een brief van de Belastingdienst overgelegd, waaruit blijkt dat de aanvraag tot compensatie is goedgekeurd en dat alle publieke schuldeisers kwijtschelding hebben verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen, voor zover niet kwijtgescholden, zijn voldaan en heeft besloten de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 3.495,34, met een extra vergoeding van € 657,03 conform het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en is openbaar uitgesproken.