Op 4 november 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de kinderrechter de minderjarige, de ouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft gehoord. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 13 november 2022, maar de GI heeft verzocht om een verdere verlenging van zes maanden, omdat de zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01] zijn toegenomen. De ouders hebben hun zorgen over hun kind toegelicht en hebben verklaard dat zij de ondertoezichtstelling willen verlengen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Ondanks dat de ouders positieve stappen hebben gezet in hun ouderschap, zijn de zorgen over [naam kind01] fors toegenomen. Hij vertoont problematisch gedrag, zoals schoolverzuim en hechtingsproblematiek, wat vraagt om adequate hulpverlening. De ouders staan open voor hulp, maar hebben moeite om met de problematiek om te gaan. Gezien de situatie is de kinderrechter van oordeel dat de hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk blijft.
De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 13 mei 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.