In deze zaak, die op 21 november 2022 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert [eiseres01], gemeentesecretaris van de Gemeente Hoeksche Waard, de opheffing van haar schorsing en de stopzetting van een lopend onderzoek naar de samenwerking en cultuur binnen de gemeente. De schorsing van [eiseres01] was ingesteld na signalen van onveiligheid op de werkvloer, die aanleiding gaven voor een extern onderzoek. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2022 werd duidelijk dat [eiseres01] vooral belang hechtte aan het herstellen van contact met haar collega's, wat tijdens de schorsing beperkt was. De kantonrechter oordeelt dat het belang van [eiseres01] bij opheffing van de schorsing niet opweegt tegen de belangen van de gemeente, die rust op de werkvloer nastreeft. De rechter concludeert dat de schorsing niet onterecht is, maar ook niet terecht kan worden beoordeeld, gezien de gemengde conclusies in het rapport van het onderzoek. De vorderingen van [eiseres01] worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.