ECLI:NL:RBROT:2022:9877
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over ontruiming woning en huurovereenkomst na overlijden verhuurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2022 een kort geding vonnis gewezen in een geschil tussen [eiseres01] en [gedaagde01] over de ontruiming van een woning. [eiseres01] vorderde een verbod aan [gedaagde01] om de woning aan de [adres01] te [plaats01] te ontruimen, op basis van een eerder vonnis van de kantonrechter van 27 mei 2022, waarin de huurovereenkomst tussen [gedaagde01] en de overleden verhuurder [naam03] was ontbonden. De voorzieningenrechter oordeelde dat [eiseres01] voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij als (onder)huurder van [naam03] was en dat zij na de ontbinding van de huurovereenkomst de huur met [gedaagde01] had voortgezet. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen [gedaagde01], die niet was verschenen, en oordeelde dat de ontruiming niet rechtsgeldig was aangezegd. De vordering van [eiseres01] werd toegewezen, met een dwangsom van € 10.000,- als [gedaagde01] niet aan het verbod voldoet. De kostenveroordeling van [eiseres01] werd afgewezen wegens schending van artikel 21 Rv, omdat relevante informatie niet was vermeld in de dagvaarding. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.