Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde01] ,
[gedaagde02],
1..De procedure
- de dagvaarding van 14 oktober 2022, ook inhoudende een incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties 1 tot en met 22;
- de akte vermindering van eis in incident;
- de conclusie van antwoord in het incident.
2..De vordering in de hoofdzaak
subsidiairte bepalen dat de uitweg als in eigendom van [gedaagde01] c.s. en bij [eiser01] in gebruik, op de voet van het op 7 februari 1992 van de Hervormde Gemeente Dalem verkregen recht van overpad, begrensd en nader aangeduid op de overzichtstekening van 19 mei 2022 van Broekbakema bij scenario 0 (bestaande situatie), wordt aangewezen als noodweg, onder bepaling dat [gedaagde01] c.s. dan het gebruik van de noodweg moeten gehengen en gedogen, alles op straffe van verbeurte van een door [gedaagde01] c.s. te betalen dwangsom van € 10.000,00 per overtreding, te vermeerderen met een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 100.000,00 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom, indien en voor zover [gedaagde01] c.s. de ongestoorde noodweg van [eiser01] belemmeren op welke wijze ook;
3..Het geschil in het incident
4..De beoordeling in het incident
5..De beslissing
15 februari 2023voor conclusie van antwoord.