ECLI:NL:RBROT:2023:10010
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in verplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De schuldsaneringsregeling was eerder uitgesproken op 28 mei 2021, waarbij R. de Geus als bewindvoerder was aangesteld. De bewindvoerder heeft de rechter-commissaris verzocht om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, omdat de schuldenaar niet voldeed aan zijn verplichtingen. De rechter-commissaris heeft op 17 augustus 2023 ingestemd met dit verzoek, waarna de schuldenaar en de bewindvoerder zijn gehoord op 5 oktober 2023.
De bewindvoerder heeft gesteld dat de schuldenaar niet voldeed aan de sollicitatieverplichting en dat er nieuwe schulden waren ontstaan. De schuldenaar had geen sollicitatiebewijzen overgelegd en er waren verschillende terugvorderingen van onder andere Gamestate en de Belastingdienst. De schuldenaar heeft ter zitting aangegeven dat hij moeite had met solliciteren en het nakomen van verplichtingen, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet voldoende was om de tekortkomingen te rechtvaardigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar toerekenbaar tekort is geschoten in zijn verplichtingen, waaronder de sollicitatieverplichting en de informatieplicht. Ook is gebleken dat er nieuwe schulden zijn ontstaan, wat in strijd is met de voorwaarden van de schuldsaneringsregeling. Op basis van artikel 350, derde lid, onder c, van de Faillissementswet heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 3.141,74. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. C. de Jong, rechter, en griffier S.R.L.T. Peek.