ECLI:NL:RBROT:2023:10193

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
ROT 23/1115
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing WIA-aanvraag wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldigheid van het UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 november 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn WIA-aanvraag door het UWV. Eiser, die zich op 20 november 2019 ziekmeldde als steigerbouwer, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het UWV had deze aanvraag afgewezen op basis van een vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 24,60%, wat onder de drempel van 35% ligt. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft bezwaar aangetekend, maar het UWV handhaafde zijn besluit.

De rechtbank heeft het beroep op 29 juni 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV in de gelegenheid te stellen te reageren op aanvullende gronden van eiser. Na verdere correspondentie en een tweede zitting op 21 september 2023, heeft de rechtbank de zaak beoordeeld. Eiser voerde aan dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met zijn psychische klachten en verslavingsproblematiek, en dat er meer beperkingen in zijn Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) hadden moeten worden opgenomen.

De rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de medische beoordeling van de verzekeringsarts B&B overtuigend was. De rechtbank concludeerde dat eiser op 17 november 2021 in staat was om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de WIA-aanvraag door het UWV terecht was.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/1115

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. G.H. Amstelveen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).

Inleiding

Het UWV heeft de aanvraag van eiser voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschiktheid is. In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 24,60%.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 16 januari 2023.
De rechtbank heeft het beroep op 29 juni 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst [1] om de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) in de gelegenheid te stellen alsnog op de aanvullende gronden van eiser van 21 maart 2023 te reageren.
Het UWV heeft op de schorsingsbeslissing gereageerd met een aanvullend verweerschrift, een rapport van de verzekeringsarts B&B van 11 juli 2023 en een rapport van de arbeidsdeskundige B&B van 18 juli 2023. Bij brief van 6 september 2023 heeft eiser hierop gereageerd. Het UWV heeft vervolgens nogmaals een aanvullend verweerschrift en een rapport van de verzekeringsarts B&B van 11 september 2023 ingediend.
Op verzoek van eiser heeft de rechtbank het beroep op 21 september 2023 met behulp van een beeldverbinding op een tweede zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde waren aanwezig. Het UWV was met kennisgeving niet aanwezig.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiser heeft voor het laatst gewerkt als steigerbouwer voor gemiddeld 27,25 uur per week. Op 20 november 2019 heeft eiser zich ziekgemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten.
2. Eiser heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiser op 17 november 2021 minder dan 35%, namelijk 24,60%, arbeidsongeschikt is en heeft daarom geweigerd om aan eiser een WIA-uitkering toe te kennen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts B&B van 12 januari 2023. De medische belastbaarheid van eiser is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 12 januari 2023. Met het rapport van de verzekeringsarts B&B van 11 juli 2023 en 11 september 2023 is op de schorsingsbeslissing gereageerd, de FML is niet gewijzigd.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige B&B van 16 januari 2023
.De arbeidsdeskundige B&B heeft met het rapport van 18 juli 2023 gereageerd op de schorsingsbeslissing. De aanvullende gronden van eiser van 21 maart 2023 leiden niet tot een andere conclusie.

Wat vindt eiser

6. Eiser is het niet eens met het UWV. Volgens hem is er geen zorgvuldigheid betracht bij het onderzoek naar zijn arbeidsmogelijkheden. Hij stelt dat hij vanwege zijn verslavingsproblematiek en psychische klachten niet in staat is om te werken. Op zitting heeft eiser nader toegelicht dat hij moet worden gewezen op zijn Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) en dat hij ADL-afhankelijk is. Hij verwijst hiervoor naar het rapport van de verzekeringsarts van 26 november 2021, waarin bij de bevindingen uit onderzoek staat vermeld dat hij een slechte tandenhygiëne heeft. Daarnaast stelt eiser dat een urenbeperking moet worden aangenomen op preventieve gronden, dan wel vanwege verminderde belastbaarheid. Eiser heeft last van psychotische overschrijdingen en slikt hier medicatie voor (SSRI, antipsychoticum en benzodiazepine). Het gebruik hiervan geeft volgens eiser de ernst van de psychische toestand weer. De klachten zijn niet van geheel andere orde dan een psychose. Ook is hij onder behandeling bij Antes en daardoor feitelijk niet beschikbaar om acht uur per dag te werken. Daarnaast stelt eiser dat zijn cannabisgebruik excessief is en dat beperkingen in het concentreren van de aandacht en herinneren hieraan inherent zijn. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft eiser op de zitting van 29 juni 2023 verwezen naar twee uitspraken. [2] De cognitieve problemen van eiser worden versterkt doordat hij ook vermoeid is. Eiser vindt het onterecht dat deze klachten en de daaruit voortvloeiende beperkingen niet in de FML zijn verwerkt. Dat geldt ook voor de klachten en de beperkingen die voortvloeien uit de behandeling en de andere klachten die voortvloeien uit het middelengebruik. Volgens eiser heeft de verzekeringsarts B&B verder ten onrechte geen beperkingen aangenomen voor zijn rugklachten. Bij lang lopen en staan krijgt hij last en ook tillen en dragen is moeilijk. Hij gebruikt hiervoor een hoge dosis paracetamol per dag. Eiser stelt ook dat de geduide functies niet passend zijn. Op zitting heeft eiser de rechtbank verzocht om een onafhankelijke deskundige in te schakelen.

Wat vindt de rechtbank

7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser op 17 november 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
8. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 17 november 2021 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
9. Anders dan eiser is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennisgenomen van het dossier en het bezwaar van eiser. Hij heeft eiser gesproken tijdens de hoorzitting en daar een medische anamnese afgenomen. Ook heeft hij informatie opgevraagd bij de behandelaar van eiser. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiser heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
10. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser op 17 november 2021 in zijn rapporten van 12 januari 2023, 11 juli 2023 en 11 september 2023 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Dat meer beperkingen moeten worden aangenomen heeft eiser niet met nieuwe medische informatie onderbouwd.
10.1.
De stelling van eiser dat hij ADL-afhankelijk is, volgt de rechtbank niet. De verzekeringsarts B&B heeft inzichtelijk gemotiveerd dat het dagverhaal van eiser niet aansluit bij de situatie van ADL-afhankelijkheid zoals opgenomen in de UWV-richtlijn “Opname in Ziekenhuis of Instelling, Bedlegerigheid, ADL-afhankelijkheid en Onvermogen tot Persoonlijk en Sociaal Functioneren”. Hij heeft toegelicht dat er geen sprake is van medische problematiek op grond waarvan aannemelijk is dat deze de basale activiteiten zoals eten, drinken, wassen, toiletgang, binnenshuis verplaatsen en zitten verhinderen. Hij heeft toegelicht dat de primaire arts heeft opgetekend dat bij de ADL geen problemen zijn. Het feit dat eiser een slechte tandenhygiëne heeft maakt nog niet dat bij hem sprake is van ADL-afhankelijkheid. Eiser heeft zijn standpunt ook niet nader onderbouwd.
10.2
De rechtbank volgt eiser verder niet in zijn stelling dat een urenbeperking had moeten worden aangenomen. De verzekeringsarts B&B heeft in zijn rapport van 12 januari 2023 gemotiveerd dat er geen grond is voor een beperking van de duurbelastbaarheid. Geen van de drie in de standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’ genoemde indicaties is aan de orde. In zijn rapporten van 11 juli 2023 en 11 september 2023 licht hij dit verder toe. Volgens de verzekeringsarts B&B blijkt uit de correspondentie van de behandelaar van eiser dat naast de stoornissen in middelengebruik geen andere diagnose is gesteld zoals een psychotische stoornis. Er is dus sprake van klachten van een andere orde dan een psychose waarbij het realiteitsbesef duurzaam verstoord is en waarbij conform de standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’ in het algemeen (wel) een beperking van de duurbelastbaarheid wordt overwogen (en al dan niet toegekend). Met de psychische problematiek van eiser is wel rekening gehouden door beperkingen aan te nemen in het persoonlijk en sociaal functioneren. Rond de datum in geding had eiser wekelijks een afspraak met zijn behandelaar. Het ging hier om steunende, structurerende gesprekken en niet om bijvoorbeeld intensieve psychotherapie. Gezien de frequentie en de aard van de contacten is geen beperking van de duurbelastbaarheid vanwege verminderde beschikbaarheid aangenomen. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B hiermee voldoende heeft gemotiveerd waarom er geen aanleiding is om een urenbeperking aan te nemen. De rechtbank weegt daarbij ook mee dat alle medicatie die eiser gebruikt door de verzekeringsarts B&B in zijn beoordeling is meegenomen. De verzekeringsarts B&B heeft toegelicht dat de enkele omstandigheid dat eiser psychofarmaca gebruikt, geen reden is om een beperking in de duurbelasting aan te nemen. De rechtbank kan deze toelichting volgen.
10.3.
Ook de stelling van eiser dat te weinig beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren voor zijn verslavingsproblematiek zijn aangenomen, volgt de rechtbank niet. De verzekeringsarts B&B heeft in zijn rapport van 11 juli 2023 toegelicht dat eiser zijn aandacht bij het gesprek kon houden en adequaat antwoord kon geven op de gestelde vragen. Dit wijst niet op forse cognitieve beperkingen. Ook uit de medische informatie komt niet naar voren dat er cognitieve stoornissen zijn vastgesteld. Daarom is er geen grond voor beperkingen in het ‘vasthouden van de aandacht’ en het ‘herinneren’. Het beroep van eiser op de uitspraken van de CRvB en de rechtbank Den Haag, baat hem niet. De verzekeringsarts B&B heeft terecht opgemerkt dat bij het vaststellen van de belastbaarheid de specifieke situatie van eiser wordt afgewogen en dat de uitspraken niet onverkort van toepassing zijn op eiser. Bij de personen over wie de uitspraken gaan, zijn andere diagnosen gesteld dan bij eiser en anders dan in de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zijn in de FML van 12 januari 2023 wel beperkingen voor de verslavingsproblematiek van eiser aangenomen. Eiser heeft ook geen (medische) informatie verstrekt waaruit volgt dat sprake is van meer beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren dan aangenomen.
10.4.
De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer beperkingen voor de rugklachten zijn aangenomen. De verzekeringsarts B&B erkent dat eiser klachten heeft van zijn rug, maar het lichamelijk onderzoek en het dagverhaal van eiser wijzen niet op forse beperkingen. Daarom is het volgens de verzekeringsarts B&B passend dat er geen forse beperkingen zijn aangenomen, maar dat wel is aangegeven dat eiser fysiek niet al te zwaar belast moet worden. De rechtbank kan deze motivering volgen.
11. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser op 17 november 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen zoals die in de FML van 12 januari 2023 zijn opgenomen. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen, zoals eiser op de zitting heeft verzocht.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
12. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 12 januari 2023 vastgesteld dat eiser niet geschikt is voor zijn eigen werk als steigerbouwer, omdat deze functie zijn belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiser in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies en één reservefunctie opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten);
- ( sbc-code 267060) Controleur, tester elektrotechnische apparatuur;
- ( sbc-code 111171) Productiemedewerker metaal en elektro-industrie.
En de reservefunctie:
- ( sbc code 267041) Assemblagemedewerker elektrotechnische producten.
13.1.
Volgens eiser is de functie van Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) niet geschikt gelet op zijn cognitieve beperkingen. Ook is hij de Engelse taal niet machtig en is het persoonlijk risico te groot. De arbeidsdeskundige B&B heeft in het rapport van 16 januari 2023 toegelicht dat eiser op de LTS twee jaar Engels heeft gehad als verplicht vak en daarmee voldoet aan de voor de functie vereiste taal-eis danwel dat hij dit niveau binnen enkele weken/maanden kan ophalen naar het vereiste niveau met inzet van gerichte scholing. In het rapport van 18 juli 2023 heeft de arbeidsdeskundige B&B ten aanzien van de gestelde cognitieve beperkingen toegelicht dat er geen cognitieve beperkingen zijn vastgesteld die de uitvoer van de functie in de weg staan. Verder heeft de arbeidsdeskundige B&B in de resultaat functiebeoordeling van 16 januari 2023 ten aanzien van het verhoogd persoonlijk risico gemotiveerd dat er geen sprake is van een overschrijding omdat sprake is van een gering risico op vonkvorming. De soldeerbout gaat uit zodra het in de houder wordt geplaatst en er kunnen beschermende handschoenen worden gedragen die het risico ondervangen.
13.2.
De functie van Controleur, tester elektrotechnische apparatuur is volgens eiser niet geschikt omdat er in deze functie veel prikkels zijn die van invloed zijn op de concentratie van eiser. De arbeidsdeskundige B&B heeft hierop toegelicht dat geen beperking is vastgesteld voor het vasthouden van de aandacht (concentratie/nauwkeurig werken) of afleiding door activiteiten van anderen (prikkels in de werkomgeving).
13.3.
Volgens eiser is de functie van Productiemedewerker metaal en elektro-industrie voor hem niet geschikt. Hij moet in deze functie getordeerd bezig zijn en buigen. Hierin is hij beperkt. Ook moet er met een hand-/elektro palletwagen gereden worden, wat volgens eiser gelijkgesteld moet worden aan beroepsmatig vervoer. De arbeidsdeskundige B&B heeft toegelicht dat voor eiser geen beperkingen zijn aangenomen voor buigen en/of kort cyclisch buigen en ook niet voor gebogen en/of getordeerd actief zijn. Verder heeft hij toegelicht dat het verplaatsen van een hand-/elektro palletwagen gebeurt met de hand en dat dit niet hetzelfde is als zittend rijden en ook niet hetzelfde is als het besturen van een voertuig.
13.4.
Ten slotte is volgens eiser de functie van Assemblagemedewerker elektrotechnische producten niet passend, omdat hiervoor MBO-niveau één is vereist. Hier voldoet hij niet aan. Daarnaast is het persoonlijk risico te groot. De arbeidsdeskundige B&B heeft gemotiveerd dat een volledig afgeronde LTS-opleiding toegang geeft tot een vervolgopleiding op MBO-niveau drie of vier. Eiser heeft het LTS twee jaar gevolgd en daarmee voldoet hij aan het opleidingsniveau MBO één of twee zonder diploma eis. In de functie wordt gebruik gemaakt van een soldeerbout. Dit betreft een gering risico omdat het mogelijk is brandwerende handschoenen te dragen.
13.5.
De rechtbank vindt dat de arbeidsdeskundige B&B in de rapporten van 16 januari 2023 en 18 juli 2023 en de resultaat functiebeoordeling van 16 januari 2023 voldoende heeft uitgelegd waarom de functies geschikt zijn voor eiser. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiser in staat is de functies te vervullen.
13.6.
De stelling van eiser dat hij de functies gezien zijn klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
14. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiser op 17 november 2021 met de middelste van de drie geduide functies 75,40% kan verdienen van het loon dat hij verdiende met zijn eigen werk, zodat hij voor de overige 24,60% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

15. Het UWV heeft terecht geweigerd om eiser per 17 november 2021 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
16. Het beroep van eiser is ongegrond. Dit betekent dat hij geen gelijk krijgt. Omdat eiser in beroep geen gelijk krijgt, worden de door hem gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 2 november 2023 door mr. S.E.C. Debets, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Hoeijmans, griffier.
De griffier is verhinderd de uitspraak
te ondertekenen.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie de schorsingsbeslissing van 29 juni 2023.
2.Een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 23 juni 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1573 en een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 27 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1967.